Dit blog is bedoeld voor familie en vrienden maar anderen mogen meegenieten...
De oudste verslagen zijn vrij summier en bevatten geen eigen foto's.

8 juni 2013

Chios

Monnikenschedels, mastiek en puissant rijke reders

Een terras om weg te dromen © Scriptor
Als je na een lange, koude winter op een Grieks eiland landt, krijg je meteen kleurlenzen aangereikt: het intense blauw van water, lucht en de nationale vlag, gele parasols, fluor-mauve bietensalade, dieprode bougainvillea's naast maagdelijk-witte jasmijn, het sprankelend goud van zoete wijn... Bovendien contrasteert de overdaad aan zuiders licht met lange schaduwen die vakantiefoto's een artistiek cachet geven.

De Benovias-studio's in Karfas kijken uit over baai en achterland. Het terras is - toch voor een stadsmens - een wereld waarin je zou kunnen wonen. Als je opkijkt van je boek schuift er een ferryboat of een vrachtschip voorbij. Terwijl je nipt aan je koffie, snuif je de dennengeur op. En als je de mp3 uit je oren haalt, nemen vogels of ruzieënde katten het over van de muziek.   

Een stukje Benovias-tuin © Scriptor

Voetbal en andere religie
Maar reizen is ook bewegen. De volgende ochtend neem ik de bus naar Chios-stad, 7 kilometer verderop. Omdat ze ook dienst doet als schoolbus, maakt ze een brede lus langs de omliggende dorpen en duurt de rit zo'n 40 minuten. Het traject is interessant voor toeristen die willen kennis maken met de campos, 'de boomgaard' van het eiland die er enigszins vreemd uitziet. De wegen, groot en klein, lopen tussen manshoge muren van geel-bruine natuursteen waarachter landhuizen met citrusgaarden verscholen liggen. Meer dan een glimp ervan vang je niet op. Het is een geheimzinnig, besloten universum waarvoor de Genuezen, die twee eeuwen over Chios heersten, de aanzet hebben gegeven. Pas op de ochtend van mijn vertrek zal Kita, de zus van eigenaar Yorghos Benovias, me vertellen dat de toeristische dienst bezoeken aan de villa's organiseert. 'Sesam, open u', zal dus voor een volgende keer zijn.  

Hoe mooi een poes kan zitten... © Scriptor
Bij iedere halte stappen montere schoolkinderen op. Eén van hen heeft een complete Messi-outfit aangetrokken. De vrouwen die meerijden zijn vaak behangen met gouden of zilveren juwelen, het hele gamma van oor tot hals en hand. Chios is een rijk eiland, wordt gezegd. Dat geldt natuurlijk niet voor iedereen maar misschien hebben deze campos-dames een aardige cent verdiend aan sinaasappels en citroenen. Dat ze daar dankbaar voor zijn, zou best kunnen, want bij elke kerk en elk kapelletje dat voorbij schuift, slaan ze drie kruistekens.

Hoe authentiek, en dus sociaal, Chios is, blijkt uit de houding van de chauffeur. Hij wil wel eens een halte improviseren om een klant te dienen. Helemaal aandoenlijk wordt het wanneer hij aan de promenade van de zeestad uit z'n stoel komt en een oude man helpt met uitstappen. Daar kun je in Brussel alleen maar van dromen.

Een snapshot van backgammon-spelers...tijd is rijkdom
© Scriptor
En altijd zijn er weer de Ottomanen...
In de mannencafés rond het centrale plein worden glazen frappé (koude koffie) gedronken, luid met de kaarten gespeeld en partijtjes backgammon afgewerkt. Het stoere standbeeld in het park stelt de 19de eeuwse zeekapitein voor die erin slaagde om het vlaggenschip van de Ottomanen te kelderen. Maar, zoals zo vaak bij dat soort wapengekletter, waren de represailles op de burgers staaltjes van grove wreedheden. Voor het museum staat een wat bescheidener sculptuur die Homeros moet voorstellen. Een hand die een wapen vasthoudt weegt blijkbaar zwaarder door dan één die een pen kan hanteren. Het is best mogelijk dat de schrijver van de Ilias hier geleefd heeft maar ook de Turkse stad Izmir - het vroegere Griekse Smyrna - komt als plaats van herkomst in aanmerking. Taalkundigen hebben uitgemaakt dat hij in een taal schreef die in deze contreien gesproken werd.
Typische bouwstijl uit voorbije tijden © Scriptor
In Chios-stad is nog weinig over van het verleden. De wijk binnen het Kastro - de versterkte omwalling - ligt er vervallen bij. In een aantal kleine huizen wonen nog mensen maar wie meer comfort en geld heeft, is al lang vertrokken. Het slechtst is het gesteld met de moskee waarvan de bouwstenen nog met een laatste restje cement aan elkaar hangen. Vlakbij ligt het Ottomaanse kerkhofje dat er niet veel beter aan toe is. Dit stuk patrimonium kon zelden op overheidsgeld rekenen en de financiële crisis trekt er een definitieve streep onder.    

Vergeten Ottomaanse doden © Scriptor
De zwarte weduwen in de schaduw van de bouwval zullen er niet om malen. Als ik hen vraag of ik een foto mag maken, strijkt de oudste over haar dunne grijze haar ('Zit mijn haar wel goed?' begrijp ik uit haar lichaamstaal) en wanneer ik hen het resultaat laat zien op het schermpje roepen ze het complimenterende bravo uit. De witharige maakt een afwerend gebaar en mompelt iets over matia waaruit ik opmaak dat haar ogen te oud zijn om de foto te bekijken. Daarna willen ze weten waar ik vandaan kom: Germania of misschien Persia? Van Bruxelas hebben ze nog nooit gehoord. Zelfs met tien woorden Grieks kun je een conversatiemoment beleven!

Verderop in de haven liggen luxe jachten. Chios en de Inousses-archipel een paar mijl oostwaarts heeft redersfamilies voortgebracht. Wie in die branche succesvol is, kan zich bovengemiddelde aankopen veroorloven! Nog indrukwekkender is het cruiseboot-grote vrachtschip Limassol dat een laatste bus opslokt, de poorten sluit en, voor ik 100m over de promenade gestapt heb, al vaart heeft gemaakt... misschien richting Cyprus.  
Tijd voor een drankje en dan snel naar de bushalte want de frequentie van het openbaar vervoer is laag. Tussen dit en het volgende vertrek liggen drie hele uren...

Het ontbijterras voor de hotelgasten van Benovias
© Scriptor
Carpe diem
In het grootste strandrestaurant van Karfas bestel ik gegrilde sardines die zo lang op zich laten wachten dat ik even ga vragen of ze me niet vergeten zijn. Maar neen, de snelheid van handelen ligt in deze uithoek van Griekenland aanzienlijk lager dan in de landen waar de toeristen vandaan komen. Na een gratis mini-ijsje van het huis slenter ik naar het supermarktje waar elke dag vers brood te krijgen is. Ook de lokale half-zoete wijn en de sappige portokali (misschien uit de campos) zullen mijn terrasleven voor de rest van de week opfleuren.

Nea Moni, hét heiligdom van Chios © Scriptor
Terug op het nest, rinkelt de kamertelefoon. Het is John, de Limburgse rep van Thomas Cook. Snelpratende Limburgers, ze bestaan... maar een onheilsboodschap blijft een onheilsboodschap. De uitstap naar het hart van het eiland is afgelast, tenminste voor mij want de bus is vol en er zijn geen nieuwe boekingen. Dat is een domper want Nea Moni, hét klooster van het eiland, en het bergdorp Anavatos stonden op het programma. Over Anavatos wordt verteld dat de bewoners van de rotsen in zee sprongen om aan de wrede hand van de Ottomanen te ontsnappen. Hoeveel angst en hoeveel moed is er nodig om je over te geven aan dit soort zelfmoordacties? Een bezoek aan Nea Moni kan ik misschien zelf regelen...

De volgende dag stap ik weer op de schoolbus en zie 'Messi' verschijnen zonder voetbalkledij. Misschien heeft hij geravot en is het tenue in de was. Bij de taxistandplaats, op enkele meters van Homeros, vind ik een chauffeur die me naar het klooster zal brengen en daar zal wachten tot ik bereid ben terug te keren. Het uitje kost me... 40€.
 
Inzoomen op de klokkenpartij © Scriptor

De erfenis van de Byzantijnen
Nea Moni ligt verscholen in de uitlopers van een kaal gebergte. De taxi wentelt zich 13 km lang door haarspelbochten. Het is negen uur en ik ben de enige bezoeker. Niemand loopt door mijn fotolens, een medewerker haalt de koster die de sleutel van de kerk heeft en ik krijg een privé-rondleiding. De mozaïeken uit de 11de eeuw zijn aan restauratie toe maar hebben in grote lijnen de drama's van de geschiedenis overleefd. Dat kan niet gezegd worden van de koepel: die stortte volledig in tijdens de aardbeving van 1889. De grove baksteen van de omringende gebouwen is begroeid met prettig verwilderde planten en bloemen. Nea Moni is rustiek, authentiek en nodigt uit tot bezinning. Alleen de bouwvallige kloostercellen zouden een opknapbeurt kunnen gebruiken... maar geld is nu meer dan ooit een probleem in Griekenland.

Griezelen bij de monnikenschedels © Scriptor
De achteloze bezoeker wacht een lugubere ontdekking in het kleine kerkje naast de ingang: daar staat een vitrinekast met de schedels en de botten - netjes gerangschikt alsof het de verzameling van een hobbyist betreft - van de monniken die de clash met de Ottomanen niet overleefd hebben. 

Voor we terug naar de kust rijden, maak ik nog een praatje met een uit Australië teruggekeerde pensionado, één van de velen die aan het eind van de Tweede Wereldoorlog uitweken naar andere continenten en nu de dorpen opnieuw bevolken. Hij komt met z'n pick-up een geitje ophalen dat een boer op een ezeltje heeft afgeleverd.

In het kleine kerkje van Karfas © Scriptor
De volgende dagen schiet ik sfeerplaatjes in de omgeving van het hotel, dankbaar gebruikmakend van kleuren en schaduwen, van zoezende poezen, van de intimiteit van het dorpskerkje en de keitjes onder doorzichtig zeewater. In het studiocomplex snuister ik in het geïmproviseerde bibliotheekje - de door de toeristen achtergelaten boeken in het Nederlands, Duits en Engels - op en onder de vensterbank. Of de buitenlucht de boeken deugd doet, betwijfel ik maar vakantielectuur is ook niet bestemd voor de eeuwigheid. 

En daar is John weer...
De dag voor de tweede georganiseerde uitstap rinkelt de telefoon opnieuw. Het zal toch niet... John meldt mij dat de trip naar het zuiden van het eiland met een dag is uitgesteld. Het nieuws had slechter kunnen zijn. 

Op zondagochtend, de laatste dag voor mijn vertrek, sta ik een beetje gespannen te wachten bij de pinautomaat op een steenworp van de zee. De bus respecteert 'het Grieks kwartiertje' maar komt uiteindelijk toch uit de bocht gereden. De Belgische Inge, die al dertien jaar op het eiland woont en vlot de taal spreekt, is gastvrouw van dienst. Het gezelschap vult een halve bus (lekker rustig) en bestaat onder meer uit Twenten, Rotterdammers, twee vrouwen die bij ING Brussel werken en een Praagse dame voor wie ik mijn beste Duits bovenhaal. We hebben het de hele dag gezellig met elkaar.
Pottenbakkersdorp Armolia © Scriptor
Hoewel het zuiden het vlakste deel van het eiland is, golft het verrassend mooi en af en toe breekt de roestbruine kleur van ijzerhoudend gesteente door het groen heen. Wie wil rondstappen trekt best een paar stevige schoenen aan want als de bruine adder je bijt, ben je in een half uur dood. Op een aantal plaatsen verandert het landschap in spookachtige zwartgeblakerde basten en takken. Deze skeletten zijn een overblijfsel van de gigantische bosbranden die verleden zomer dit deel van Chios teisterden. Naast de natuur trof dit drama ook de economie, zij het niet in hoge mate. In dit gebied groeit de mastiekboom die gekristalliseerd hars voortbrengt, een proces dat enkel hier plaats vindt. Bodem- en klimaatonderzoeken hebben geen antwoord kunnen geven op de vraag waarom dat alleen op Chios het geval is. Mastiek kent uiteenlopende toepassingen en wordt geëxporteerd naar tal van landen in de wereld. Omdat het bewerken van de bomen en het uitzuiveren van de oogst monnikenwerk is, houden vooral vrouwen en gepensioneerden er zich mee bezig. Meestal is het dus een bijverdienste en daarom geen echte peiler van de economie. Maar als je bedenkt dat deze brand is aangestoken, dan gutst de verontwaardiging door je lijf.

Voorbeelden van mastiektoepassingen
In de voeding: de keuken van het Midden-Oosten, kauwgum, taartjes, likeuren…
In verzorgingsproducten: zeep (nuttig tegen psoriasis), cosmetica...
In de medische sector: bevestigen van hartkleppen, goed voor bloedvaten en een lichte vorm van diabetes; Japan wil er capsules voor medicijnen mee maken maken (twee vliegen in één klap)
Luchtvaart en bouw: als bindmiddel
Theater: plakken van snorren en baarden; traditionele vioolbouw...
De natuurlijke mastiek wordt wel meer en meer vervangen door synthetische producten.

De eerste stop is bij het pottenbakkersdorp Armolia waar de vakman de schijf bedient en creatieve vrouwen het aardewerk beschilderen. Dan gaat het naar een grot met kunstwerkjes van stalagmieten en stalagtieten. Afdalen in de half duistere trechtervormige koker geeft een wat claustrofobisch gevoel maar akeliger zijn de glibberige treden en klamme leuning van de metalen trapconstructie. De luchtvochtigheid bedraagt hier 95°.

Pirgi: leven doe je buiten... © Scriptor
Grafitti avant la lettre
Meer lucht en licht is te vinden in Pirgi, een eeuwenoud dorp met uniek gedecoreerde huizen. Aan de hand van een krastechniek worden er geometrische motieven op de gevels aangebracht. Door een basislaag van lavazand onder de kalk te leggen, ontstaan er zwart-wit-motieven. Erg mooi kun je het niet noemen, wel apart. Als je elders op het eiland dit soort grafitti tegenkomt, dan komt de eigenaar uit Pirgi. Het is een alleenrecht van de Pirgizen.

Een klein kerkje in Pirgi
 (niet het godshuis waarvan sprake is in de tekst)
© Scriptor
In de met goud en zilver overladen kerk (een bewijs dat Pirgi rijke dorpelingen heeft of heeft gehad - orthodoxe kerkattributen zijn meestal giften) beleef ik een bijzonder moment. Een oude man komt sloffend mijn richting uit en neemt met een onverwachte kracht mijn arm vast en troont me mee langs de iconen. Hij praat een éénwoordentaal die ik net kan volgen. Nadat hij in bewondering voor de heilige Isidorus heeft gestaan (door de Romeinen gemarteld en ter dood gebracht), is het mijn beurt om naar de Pantocrator te wijzen. Om een einde aan de rondgang te maken tik ik op zijn horloge.  
Mestà , een hoekje van het dorpsplein © Scriptor
Als de zware kerkklok twaalf keer in onze oren galmt, melden we ons bij Inge en de chauffeur. Op het ritme van het plattelandsleven zigzaggen we naar het volgende mastiekdorp: Mestà. Het uitzicht ervan is compleet anders. Het wit-zwart heeft plaatsgemaakt voor zandkleurige natuursteen, die in dikke blokken gesneden is en de stokoude huizen een robuust aanzien geeft. Het stratenplan, met smalle kronkelsteegjes die vaak overdekt zijn, is duidelijk middeleeuws. Het dorp wordt niet voor niets 'het labyrint' genoemd. Kwaadaardige indringers, zoals piraten, of erger, Ottomaanse soldaten, hoorden er te verdwalen en zo een vogel voor de kat te zijn. Uit de kleine ramen en deuren spreekt een diepe angst. De Egeïsche eilanden zijn nog niet zo lang de kleine hemel op aarde waarnaar toeristen op zoek zijn.

Overwelfd, labyrintisch steegje © Scriptor
Wie warm wil eten installeert zich op onder het bladerdak op het intieme dorpspleintje. Het familierestaurant past het Griekse gebruik toe waarbij de klant in de keuken naar de gerechten gaat kijken, uitleg krijgt en een keuze maakt. Niet dat de namen of de ingrediënten van de schotels voor enige duidelijkheid zorgen maar de menukaart heeft nu eenmaal deze plastische vorm aangenomen. Ik kies voor schaap in munt bereid en kruidige noedels. De Griekse keuken is altijd zeer smaakvol in zijn eenvoud.

Op een schaduwrijk plekje van het terras zit het gehandicapte zoontje van het huis zich te vermaken met de computer. Wat een fantastische uitvinding voor wie in een rolstoel zit! Ook aan menselijke aandacht ontbreekt het hem niet. Zussen en buurvrouwen knuffelen hem om beurten en sturen hem bemoedigende woordjes toe. Net als bij de hulpvaardige buschauffeur in Chios-stad is ook dit voorval een bewijs dat het sociale vangnet hier zijn werk nog doet.   

Emporio, een stilteplaatsje aan de rand van Chios
© Scriptor
Het perfecte plaatje
Van Mestà gaat het richting uiterste zuiden naar een badplaatsje dat klein en puur genoeg is om heel lang te willen blijven. Aan de rand ervan ligt een zwart lavastrand maar wie elders gelijkaardige stranden heeft gezien, bijvoorbeeld op de Canarische eilanden, zal de keitjes van Emporio niet donker genoeg vinden. Er gaat geen sombere dreiging van uit zoals, onder meer, op Lanzarote. Maar duisternis hoort ook niet thuis op een Grieks eiland. 
De snoepers onder ons kunnen huisgemaakt gebak gaan eten: kaastaart of baklava, het walnotentoetje met druipende honing.   

Het contrast tussen deze rijkgevulde, hartverwarmende dag en de stortbui die een goed uur later over mijn terras klettert, is groot. Een vakantiekoffer klaarmaken voor de terugreis is wel makkelijker als er een plas water op de ligstoelen drijft.   
  
De laatste zonsopgang... © Scriptor


Geen opmerkingen:

Een reactie posten