Tussen etiquette en speelsheid,
traditie en modernisme,
koffie en zout
Artiesteningang opera Wenen
© Scriptor
|
Weer een zaterdagochtend…
Waar ik een week of zeven geleden de draad liet liggen (zie Beieren), kan hem nu weer opnemen. Er zit een prettige continuïteit in dit reisseizoen. De wereld van zouthandel, tolwegen, barok, contrareformatie, pestzuilen, klokkenspelen, hemels gebak, Versailles-jaloezie, adelaars als embleem… zal zich ook de volgende dagen aandienen. Gelukkig zal Wagner kunnen ingeruild worden voor componisten die beter in het oor en in het hart liggen.
Voor zover het duffe hoofd het toelaat lees ik in ‘Op weg naar Mekka’
van Jan Leyers. Als ik zelf onderweg ben vind ik een reisboek de prettigste
lectuur. De bestemming van de auteur hoeft niet de mijne te zijn. Het gaat om de
geestverwantschap, het voelen van dezelfde opwinding en intensiteit, de honger
naar kennis en schoonheid, de ogen die altijd verder willen kijken dan de
horizon. En Jan heeft een schriftje bij… alleen daarom al mag hij mee.
Het kleinste koffiehuis van Wenen: overal kun je lezen ! © Scriptor |
Als ik Il silenzio hoor, kijk
ik op uit mijn boek: sinds de dood van Wouter Weylandt hebben deze trompetten
hun neutraliteit verloren.
In Peppenhoven West - je moet ergens beginnen - nip ik aan mijn eerste
capuccino. Tussen motorrijders en campereigenaars wordt het on-the-road-gevoel wakker.
Rond 17.00 uur komen we aan in Ulm, onze pleisterplaats voor één nacht. Ulm klinkt als een naam die bij een autosnelweg hoort en niets meer te bieden heeft dan een bed en een ontbijt. Maar het is de eerste belangrijke plaats aan de Donau: van hieruit is de rivier bevaarbaar. Een groot deel van de historische binnenstad werd na WO II heropgebouwd. Daar vind je onder meer de Münsterkerk, de grootste protestantse kerk ter wereld met bovendien de hoogste toren. In deze records voel je het conflict met de contrareformatie: hard tegen hard maar ook hoog tegen hoger. Albert Einstein is de beroemdste ex-inwoner van de stad.
Stilte bij de snelweg
© Scriptor |
Heinrich Ignaz Franz Biber in Salzburg
(1644-1704)
(1644-1704)
Een eeuw
vóór Mozart was Biber, violist, componist, dirigent en rentmeester aan het hof
van de aartsbisschop van de stad.
Biber is ten
onrechte weinig bekend bij het grote publiek. Hij schreef zwierige barokmuziek, waaronder stukken
voor strijkers maar ook religieuze muziek en opera’s. In de 17de
eeuw werd de viool als meest expressieve instrument gezien; het was de tijd van
de grote vioolbouwers zoals Stradivarius.
In de loop
van de 18de eeuw werd Wenen dé muziekstad van Europa.
Zij vertelt dat de Wiener Sängerknaben ooit bij haar ouders hebben gelogeerd en dat Jeroen Meus stage heeft gelopen bij haar zoon die een Michelinster heeft. Interessante mensen. Als zij vertrokken zijn, trekt reisleider Marc een stoel bij. Eindelijk iemand die gepassioneerd is door reizen… zo zeldzaam. ‘Dit is de meest boeiende reis van Lauwers’, oordeelt hij. ‘Nou, Marc… ik ken er nog wel een paar die de adrenaline in werking zetten’, denk ik in stilte. Enige overdrijving is eigen aan gepassioneerde mensen. Ik neem het er graag bij.
Met het gevoel dat het met deze reis wel snor zit, ga ik slapen.
Salzburg, macht en ondergang
van het prinsaartsbisdom
In de dertiende
eeuw kregen de aartsbisschoppen van Salzburg de titel van prins. Hun wereldlijke
macht werd uiteindelijk zo groot dat ze heel wat tegenstand ondervonden, eerst
van de burgerij, die zelf belust was op macht, en daarna van de zwaar
uitgebuite boerenbevolking. Geografisch viel het gebied ongeveer samen met de
huidige Oostenrijkse deelstaat Salzburg.
Zicht vanop de burcht © Scriptor
|
In ’44-’45 had
de stad te lijden onder de bombardementen van de geallieerden. Toch bleef het
grootste gedeelte van de barokmonumenten gevrijwaard.
De Mirabelltuinen © Scriptor |
Mozart
in Salzburg :
1756…
Op
13-jarige leeftijd is Mozart al concertmeester en dirigent in zijn
geboortestad. Maar het
ongenoegen en de ergernis stapelen zich op. Omdat hij zich miskend en onderbetaald voelt, komt het tenslotte tot een uitbarsting waarbij de
componist op staande voet ontslagen wordt door de prinsaartsbisschop von
Colloredo bij wie hij in dienst is.
Salzburg Residenzplatz © Scriptor |
Salzburg Dom © Scriptor |
Boven laat ik mijn blik glijden over een letterlijk oogverblindend stadspanorama : de hitte van de middag prikt in mijn ogen, kruipt in mijn spieren en voeten. Tijd om even te gaan zitten voor een korte lunchpauze. Weer beneden struin ik door de kronkelende Gassen waar zich eeuwenlang handelaars ophielden (Getreidegasse=graanstraatje; Goldgasse=spreekt voor zich). Tot aan hun verbanning in 1498 woonden de joden onder meer in de Judengasse.
Stadspanorama vanop de burcht © Scriptor |
Salzburg: een onverdraagzame
stad
In 1498 werden de joden per decreet für
immer und ewige Zeiten uit de stad verbannen. Pogroms en vernederingen gingen hieraan vooraf. Het stadsbestuur
bepaalde al in 1418 dat joden verplicht waren bellen op hun kleding en een
puntmuts op hun hoofd te dragen.
Ook de eeuwen nadien liet de verdraagzaamheid
veel te wensen over. Armen, bedelaars en zwervers werden hard aangepakt door de
aartsbisschoppelijke rechtbanken. In 1731 moesten 20.000 protestantse inwoners
het Salzburgerland verlaten (één
vijfde van de bevolking). Ze emigreerden naar Amerika, Holland, Zeeland,
Pruisen…
Dan wordt het tijd om de Salsach over te steken want ik heb nog een missie. Die begint met een klim naar het Kapuzinerkloster want in die buurt zou zich het Stefan Zweig-huis bevinden. Maar ik raak verstrikt in wandelwegen die niet op mijn plan staan en besluit om het op te geven. Het weke vel van mijn voetzolen is intussen branderig geworden. Opdracht twee dan maar: beneden in de Linzer Gasse ligt het Sebastiansfriedhof waar vader Leopold en Constanze Weber, de echtgenote van de componist, begraven liggen. Het is het eerste graf dat je ziet, je kunt er niet naast kijken. Toch iets gevonden. In het kleine mausoleum midden in het groen ligt aartsbisschop von Raitenau (17de eeuw) die alleen katholieken in zijn stad duldde. Ergens moet ook de arts Paracelsus liggen. Het vel onder mijn voeten is inmiddels meer dood dan levend en ik heb nog een opdracht.
Sebastiansfriedhof: graf van vader Leopold en Constanze © Scriptor |
Bij het slot Mirabell - von Raitenau bouwde het in de 17de eeuw voor
zijn gezellin met wie hij vijftien kinderen had - zou ergens het Zauberflötenhäuschen staan. In dit huisje componeerde een doodzieke
Mozart de gelijknamige opera. Toen stond het houten paviljoen wel nog in Wenen.
Maar de tuinen zijn uitgestrekt en ik kan het niet meteen vinden.
Na vijf uur stappen en slenteren dragen mijn voeten mij niet meer. Terug
bij de Salsach plof ik op een terrasje en besef te laat dat er… Tirolermuziek
opstaat en de ober een dijenkletser is. Salzburg cultuurstad☺? Nadenkend over de afgelopen uren vraag ik me
af waarom ik geen echte connectie met de stad voel. Ze is interessant maar ze
raakt me niet. In de reisgids lees ik dat het een museumstad is geworden die na
sluitingstijd doodbloedt. Misschien is het dat…
De Salzburger Festspiele, ook een beetje
Belgisch…
Dit jaarlijkse zomerfestival werd voor het eerst gehouden in 1877. In 1926 werden de stallen van de
aartsbisschop, de Felsenreitschule,
omgebouwd tot operatheater, het Festspielhaus
genoemd. Het muzikale repertoire is toegespitst op Mozart and Strauss, maar ook
andere componisten zoals Verdi en Beethoven kwamen al aan bod.
© Scriptor |
In 1992 werd Gerard Mortier artistiek directeur van de Festspiele. Zijn radicale programmahervorming zorgde voor
controverses. Bij zijn afscheid lieten tegenstanders in een plaatselijke krant
een paginagrote doodsbrief van Mortier afdrukken.
‘Een provincialistisch nest’… zou Mozart zeggen.
‘s Avonds eten we in de Griess(griesmeel)gasse een heerlijke soep die naar euh… Boedapest smaakt, een beetje goulashachtig. En als nagerecht is er natuurlijk… apfelstrudel.
Eens op de hotelkamer kan ik geen pap meer zeggen, werp nog een vertroebelde
blik op Roland Garros en bestudeer de onderkant van mijn voeten. ‘Morgen is er
de merentocht, veel in de bus, dan worden ze gespaard’, spreek ik mezelf moed
in.
Zout, de olie
van weleer… ?
Ochtend aan de Fuschlsee © Scriptor |
Door de geschiedenis van Salzkammergut loopt een rode draad: die van het
zout. De winning gaat terug naar de tijd van de Kelten en de Romeinen maar het
grote geld werd later verdiend door
de aartsbischoppen in Salzburg en de Habsburgse buren. Zij spendeerden de winst
aan kerken, kloosters en paleizen maar ook aan huurlingen voor hun oorlogen
(b.v. met Beieren).
Het witte goud werd met platbodems over rivieren en meren vervoerd of
via houten pijpleidingen getransporteerd. Het kwam uiteindelijk terecht in
Wenen, Hongerije, Bohemen…
Zout, Salz en
Hall
De namen Salzburg, Salsach en Salzkammergut spreken voor zich. Hal is de Keltische en Griekse
naam voor zout. Hij is terug te vinden in namen zoals Hallstat en Hallein. De
G(h)alliërs zijn dus de ‘zoutmannen’. Ook het woord ‘salaris’ heeft een
zoutoorsprong: de Romeinen betaalden hun soldaten vaak met zout.
Een voorbeeld van een rijk geworden zoutstadje is het elegante Gmunden
aan de Traunsee. Brahms en Wagner
kwamen er op vakantie.
Fuschlsee: schaken hoort bij Midden-en Oost-Europa © Scriptor |
Sankt Wolfgang © Scriptor |
Hollywood op het
kerkhof van Sankt Wolfgang
Op het kerkhof liggen de operettecomponist Ralph Benatzky (Im weissen Rössl) en dé succesacteur van
het interbellum Emil Jannings begraven. Hij won de allereerste Oscar voor beste
acteur. In 1930 speelde hij in Der blauwe
Engel met Marlène Dietrich. Later acteerde hij in enkele nazi-films.
Daardoor kon hij niet meer terug naar Hollywood.
Na wat kleurrijke gevels en weelderig groene oevers te hebben gefotografeerd is het hoog tijd voor een koffie. Die drink ik in de Kaffeewerkstatt, een koffiebranderij die nog steeds dienst doet en haar ambachtelijke reputatie waarmaakt. ‘Heb ik ooit een betere koffie geproefd?’ vraag ik me af. De dienster heeft een ontnuchterende boodschap: het Friedhof ligt op twintig minuten stappen, te ver voor deze korte stop.
Sankt Wolfgang © Scriptor |
Bad Ischl
Vin-de-siècle in Bad Ichl © Scriptor
|
Op de esplanade
flaneerden de componisten Brahms, Bruckner, Strauss, Lehar, de gevreesde
commentator Karl Kraus…
De oase van hotel Wienerwald
© Scriptor
|
De volgende ochtend voel ik dat de nachtrust de voet deugd heeft gedaan maar dat het evenwicht precair is. Alle hens aan dek dus: een reuzepleister en een dubbelgevouwd papieren zakdoekje als kussentje in een sok gestopt en dat alles in mijn dikzolige sandalen die ik ‘zeteltjes’ noem omdat de voeten er een geweldig leven in hebben.
Mozart in Wenen… 1791
Na zijn breuk met aartsbisschop
Colloredo in Salzburg ruilt Mozart het enge provincialisme voor de internationale
uitstraling van Wenen. In deze stad schrijft hij als eerste werk de Gran Partita voor een ongewone bezetting
van twaalf musici. Is het toeval dat je van deze kamermuziek echt vrolijk wordt?
Mozart-adepten bij de opera © Scriptor
|
Aan het eind van zijn leven voltooit
hij hier Die Zauberflöte (zie hoger het Zauberflöten
Häusschen).
Gezellig in het
Bij de kathedraal houdt Marc zijn cultuurpraatje en spreken we af om aan het begin van de middag bij de opera weer samen te komen. Ik spring even der alte Steffl, zoals de Wieners de kerk noemen, binnen maar gotische kerken spreken mij minder aan en deze is bovendien aardedonker. In de gekleurde dakpannen is een dubbele adelaar getekend, symbool van de Oostenrijks-Hongaarse dubbelmonarchie.
Op een bord voor de dom lees ik met pijn in
het hart dat hier een aantal dagen later de Krönungsmesse
van Mozart wordt uitgevoerd. De komende tijd zal ik overal aankondigingen zien
van concerten, niet alleen in muziekhuizen of musea maar ook vaak in kerken. Wat
zou het boeiend zijn om hier een tijdje te wonen.
Aankondiging bij de Stephansdom © Scriptor
|
Hoewel Mozart op 36-jarige leeftijd
stierf, zijn er 180 cd’s nodig om zijn volledige werk op te nemen. Dat van Bach
staat op 160 stuks.
Als een valse noot ligt tegenover de dom het Haashaus. Het luxe winkelcentrum dateert van 1990 en is er pas na veel voeten in de aarde gekomen. De traditionele stedelingen wensten geen modern complex in het centrum maar de burgemeester hield voet bij stuk. Als je je goed positioneert zie je de hele dom gereflecteerd in de glasconstructie… toch een vorm van eerbetoon aan het verleden.
Het Haashaus met spiegelende Dom © Scriptor |
Tijd voor het eigen programma! Mijn eerste
stop is bij het Mozarthuis in de Domgasse.
Het wordt ook het Figarohuis genoemd omdat de componist er het gelijknamige
werk maakte. Als er wat meer tijd was – die file, hé – zou ik het museum bezoeken.
Al een eerste reden om ooit terug te keren. Met het plan in de hand ga ik op weg
naar de Franziskanerplatz waar het kleines café staat, een miniversie van
de grote koffiehuizen waarmee het kroegje een lange geschiedenis en een
krantenrek gemeen heeft. Het is sowieso tijd voor een drankje. Nadien ga ik via
de Kärntner Strasse, de grote
winkelstraat, op zoek naar de Loos-bar, niet omwille van de koffie maar louter
voor de architectuur. Adolf Loos en Otto Wagner waren baanbrekende architecten
die in het begin van de 20ste eeuw resoluut kozen voor een functionele architectuur
zonder tierlantijnen maar die wel gebruik maakten van dure materialen zoals
marmer. Om bij mijn schoonbroer-architect op een goed blaadje te blijven staan☺, zal ik in de
loop van de reis bijzondere aandacht besteden aan hun creaties en wat
souvenirfoto’s maken. Vandaar loop ik verder naar de opera waar ‘Mozart-klonen’
me tickets willen verkopen voor muziekvoorstellingen. Gelukkig willen zo ook
gewoon poseren en fotogeniek zijn. Achter de opera ligt de Albertinaplatz, genoemd naar de zuidvleugel van de Hofburg waar nu een grafisch museum is. Ik
besef dan nog niet dat de roze gevel met de gouden kroon mijn misschien wel
mooiste gebouwenfoto zal opleveren. Omdat mijn trekkende achillespees mij een
halt toeroept laat ik me in Café Mozart – een echt grand café in Midden-Europese traditie – op een bank zakken en
geniet van een onbeschrijflijke truffeltaartpunt. Wat zo fijn is in dit soort
koffiehuizen is de stilte: er is geen muziek, wel altijd krantenlezers en
rustig reflecterende mensen… waar kom je dat nog tegen?
Zuidvleugel van de Hofburg © Scriptor |
Café Mozart © Scriptor |
Uit: De weg naar Mekka,
Jan Leyers
Jan: ‘Vrouwen mogen geen muziek maken in Iran ?’
Iraniër: ‘Neen. Ze mogen geen cd’s opemen. Opera mag maar de mannen moeten de vrouwen overstemmen.’
In 1869 werd het muziekhuis geopend met een
uitvoering van Mozarts Don Giovanni. Tijdens
WO II gooide een Amerikaanse piloot vijf bommen op het gebouw dat hij aanzag
voor een station. De Staatsoper ging
pas in 1955 opnieuw open, deze keer met Beethovens Fidelio.
Het voelt heel bijzonder om door dit rijk
gedecoreerde pand te lopen waar grote namen als Mahler, Strauss, von Karajan,
Toscanini, Bernstein, Böhm… toegejuicht werden. Bij de kleedkamers hangt een
affiche van een hedendaagse vedette: de tenor Roberto Villazon.
Op het podium is het een drukte van
jewelste. De vloer bestaat uit drie losstaande delen die elk apart naar de
kelder kunnen zakken. Op de rug van de fauteuils is een schermje aangebracht
waarop de tekstvertaling te zien is. En een operabezoek hoeft niet duur te zijn: er zijn staanplaatsen (volgens de gids zie je daar zelfs het best) en
zijbalkonplaatsen voor 10€ (vandaar zie je niet het hele podium).
De Wienersängerknaben
Mozart is overal ! © Scriptor |
Op stal in de stad © Scriptor |
In de Hofburg nemen we een kijkje in de Silberkammer waar eet- en decoratieve voorwerpen in kostbare materialen tentoongesteld zijn (niet helemaal mijn ding) en wandelen dan door de keizerlijke vertrekken die tot in de details bemeubeld zijn en zo de sfeer van weleer goed weergeven. Met ‘weleer’ wordt hier de tijd van keizer Franz Joseph en zijn echtgenote Sissi bedoeld. Bij dé Habsburgse vorstin denkt bijna iedereen aan deze verfilmde Sissi maar het is natuurlijk Maria Theresia die de titel verdient. Zij was veertig jaar aan het bewind - had bovendien nog tijd om zestien kinderen op de wereld te zetten - en voerde een sterk beleid. Ze saneerde de financiën, verplichtte de adel tot het betalen van belastingen, voerde de leerplicht in. Ze had een brede culturele interesse: componisten als Gluck, Mozart en Hayden waren kind aan huis aan het
Een knipoog naar Mozart © Scriptor |
Vadertje Hayden
Toen Hayden de baard in de keel kreeg,
moest hij de Wienersängerknaben
verlaten. Daarna kon hij zich volop wijden aan het componeren. Omdat hij de
basis legde voor het moderne strijkkwartet – vierdelig en met gelijkwaardige
muzikale stemmen – werd hij door Mozart en zijn tijdgenoten ‘vadertje Hayden’
genoemd.
Elke dag aan de balie van het hotel Wienerwald © Scriptor |
Opnieuw buiten ploft iedereen neer op een
geïmproviseerd zitje, een muurtje, een nis , de voet van
een zuil… Het Badewetter in
combinatie met de kilometers heeft ons de das omgegaan. Alleen Marc is nog zijn
energieke zelf en wil ons op weg naar de bus nog de rozentuin in de Volksgarten tonen. Het plantsoen ruikt
lekker maar de kleuren dansen op mijn netvlies. Ik probeer nog wat foto’s te
maken maar raak verstrikt in de combinatie van rechte en cirkelvormige lijnen
die tuinen lijken te hebben (Wie leert me
tuinen te fotograferen?).
Ik snak naar een lieblich in de bar en het laten rusten van mijn toegetakelde
rechtervoet. De kermis van het Prater © Scriptor |
Zicht vanop de Donauturm © Scriptor |
Op de tweede dag laten we de ernstige geschiedenis even voor wat ze is en doen ons te goed aan het speelse Wenen.
Dansende kinderen in het Prater © Scriptor |
Hundertwasser, een eigenzinnige kunstenaar
Het Hundertwasserhaus is één van de Weense
trekpleisters. Het is een kleurrijk huis waaraan rechte lijnen ontbreken, het
handelsmerk van architect-schilder Hundertwasser.
© Scriptor |
In 1943
werden 69 joodse familieleden van hem door de nazi's afgevoerd en omgebracht.
Al vanaf de jaren '50 verzette Hundertwasser zich tegen het rationalisme
in de architectuur, die naar zijn idee te weinig oog heeft voor de mens. Hij
was ook een voorvechter van ecologische architectuur. Toch ontsnapte hij niet
aan het etiket van ‘handige marketing man’. Hij overleed op 71-jarige leeftijd
aan boord van de Queen Elizabeth 2 in de Stille Oceaan ter hoogte van Nieuw-Zeeland
aan een hartaanval. Doorsnee zijn was niet aan hem besteed…
De architect in mijn familie noemt dit
‘kabouterarchitectuur’… geheel voor zijn rekening, natuurlijk☺.
Het Kursalon in het stadspark © Scriptor |
Terug in het centrum lopen we door het stadspark – er zijn veel grote parken in Wenen – en groeten het kitcherige Johan Strauss-monument dat blikkert in de zon. Het daarachter gelegen Kursalon, waar de componist zijn walsen speelde, levert wel een aardig plaatje op. En over het riviertje de Wien loopt een Loos-brug.
Aan de Schubertring © Scriptor |
De Karlskirche, een beetje Rome © Scriptor |
Overal in Wenen worden concerten aangekondigd
© Scriptor
|
Een breuklijn in de kunst
Sezessionshaus Wenen © Scriptor |
Boven op het sobere gebouw staat een koepel van
vergulde laurierbladeren.
Middagpauze houden we op de Naschmarkt, een lange aaneenschakeling van groene (eet)huisjes en kramen voor wie op zoek is naar kwaliteitsproducten. De markt ontleent haar naam aan het woord Asch, dat melkemmer betekent. Vroeger was het een verkooppunt voor melk.
De overige vrije tijd besteed ik aan het bekijken
van het Stadtbahnstation op de Karlsplatz… Wagners fraaiste tramhalte.
Het werd recentelijk gerestaureerd en straalt als vanouds.
Het Stadtbahnstation van Wagner © Scriptor |
In de late namiddag hebben de liefhebbers van operette en wals een afspraak in het Auerspern-theater. De anderen krijgen vrije tijd in en rond de Maria Hilferstrasse, een winkelstraat voor de alledaagse boodschappen. Ik doe eerst een terrasje om de gepijnigde voet wat te laten rusten en werk mijn nota’s wat bij. Daarna sla ik willekeurige straatjes in en hoekjes om, ontdek zo een sfeervol Durchaus. Durchhäuser zijn karakteristiek voor Midden-Europa: het zijn doorgangen tussen twee straten die vaak uit enkele huizen, een pleintje, trappen… bestaan, en zo een pittoreske stilteplek vormen in het stadscentrum.
Wat verderop kom ik bij de Maria Hilferkirche waar weer een
muziekprogramma aangekondigd wordt. Deze keer gaat het over Die lange Nacht der Kirchen, een
combinatie van erediensten en veel klassieke muziek.
Maarten ‘t Hart: een passie voor muziek
(Uit: Mozart en de anderen)
Schönbrunn © Scriptor |
Schlosstheater Schönbrunn © Scriptor |
Tuin Schönbrunn © Scriptor |
Ik heb het minder voor strak getekende paleizen en dito tuinen. Geef mij maar een ruwe, grillige middeleeuwse burcht waar zich, mits wat verbeelding, een avonturenroman of thriller
Waterpartijen van het Belvédère © Scriptor |
Op weg naar het stadscentrum stoppen we nog even bij het Belvédère, het barokke paleis van prins Eugen, de man die de Ottomanen te lijf ging toen ze voor de poorten van Wenen stonden. Hoewel er een naar beneden lopende terrastuin met watervallen en spetterende fonteinen bij is, voel ik kasteelmoeheid. Ik verlang naar de posslag van de stad zoals je die kunt horen als je de bekende paden verlaat en meld Marc dat ik het bezoek aan de Kapuzinergruft waar de Habsburgse vorsten begraven liggen, zal overslaan om meteen aan mijn vrije middag te kunnen beginnen.
Belvédère © Scriptor |
Pestzuil op de Graben © Scriptor |
Omdat ik dan even wil zitten spring ik bij Sacher binnen. De Sachertorte heeft een wereldreputatie en hoort dus geproefd te worden. Niet slecht… maar de truffeltaart in Café Mozart was een stuk beter. Een merknaam zegt niet alles.
Loos-huis op de Michaelerplatz © Scriptor |
Aangesterkt zet ik er flink de pas in want
ik wil naar de andere kant van de oude stad. Halfweg houd ik even halt op de Michaelerplatz (waar we de dag voordien
de Hofburg zijn binnengegaan). Daar staat het allereerste Loos-huis (keizer Franz
Joseph noemde het een schandvlek) en de Michaelerkirche.
In deze kerk wil ik op zoek gaan naar een gedenkteken voor de Weners die in
1938 naar Dachau werden afgevoerd. Het geeft wat tegengewicht aan het
collaboratie-etiket van de stad. Net als ik denk dat ik het niet ga vinden,
valt mijn oog op een kale, donkere ruimte achter een deurtje. Een
stiefmoederlijke plek… valt me toch wat tegen.
De Weense joden en andere slachtoffers
De huidige Judenplatz was al in de 13de eeuw het centrum van het joodse ghetto.
Op het 15de eeuwse huis Zum grossen
Jordan kun je een tekst zien die verhaalt over de vervolging in 1421. Het
weze nog maar eens gezegd: jodenonderdrukking is geen alleenrecht van de
nazi-wereld.
Aan het begin van de 18de eeuw
groeide de gemeenschap weer en kreeg meer rechten van Jozef II. Tussen beide
wereldoorlogen leefden zo’n 200 000 joden in de Wenen waaronder grote namen als
Mahler, Freud, Wittgenstein, Kokoschka, Loos, Kraus…
In die tijd waren maar liefst 123 van
de 174 redacteursposten bij dagbladen in handen van joden. Voeg daarbij de
zakenlieden, bankiers en geldschieters, mecenassen… en je hebt wellicht een
aantal doornen in het oog van de extremisten.
In de Michaelerkirche vind je
een gedenkkapel voor de Oostenrijkers die in 1938 (ja, zo vroeg al) naar Dachau werden
afgevoerd… waaronder de burgemeester van de stad. Politiek gezien was het
interbellum ‘de rode periode’ waarin de socialisten het bestuur in handen
hadden. Ook de zonen van de in Sarajevo vermoorde kroonprins Franz Ferdinand (aanleiding tot WO I) gingen
op transport naar Dachau .
Café Griensteidl © Scriptor |
Waar de hersens knetterden…
Café Central: kun je kiezen uit zoveel gebak ? © Scriptor |
In de beroemde Kaffeehäuser ontmoetten schrijvers, schilders, psychologen,
filosofen en muzen elkaar. Freud, Klimt, Kokoschka, Wittgenstein, Zweig, de
vileine criticus Karl Kraus, de architecten Otto Wagner en Adolf Loos… en vele anderen
gingen er met elkaar in discussie.
Deze hemelbestormers zorgden voor een
breuklijn tussen de Habsburgse ‘look en feel’ enerzijds en de moderne tijd,
anderzijds.
Mits enige verbeelding kun je in het
authentieke Café Central zelf in gesprek gaan met de rondwarende geesten
van eertijdse klanten.
Of toch het geestelijke voedsel ? © Scriptor |
Hét boek over die opwindende periode
is Fin
de siècle Vienna van Carl Schorske, helaas niet meer bestelbaar.
Vijftig meter verder bots ik op de Schottenkirche, steek mijn hoofd naar
binnen en zie een hek voor mijn neus dichtgaan. ‘Entschuldiging’, zegt de geestelijke, ‘geschlossen’. Ik ben sprakeloos.
De Schottenkirche: plaatje door het binnenhek heen geschoten © Scriptor |
De verhuiskoorts van Beethoven
De biografie van Jan Caeyers (zie binnenkort op mijn boekenblog) |
Terug bij Café Central staat de deur wagenwijd open. Het interieur in 19de eeuwse Venitiaanse neo-gotiek (de art nouveau is schatplichtig aan deze stijl) is goudkleurig-warm en helemaal in zijn oude luister hersteld. Stamgasten waren Stefan Zweig, Leon Trotski en Carl Kraus. De schrijver Peter Altenberg gaf dit café als officieel adres op. Dat deden overigens meer mensen met hun favoriete koffiehuis. Vereeuwigd in brons zit Altenberg nu voor altijd aan hetzelfde tafeltje… Ik bestel er een Amadeus, een capuccino met een scheutje likeur.
Peter Altenberg voor altijd in Café Central © Scriptor |
En dan moet er weer gestapt worden. In de straat die naar het imposante Burgtheater loopt, palaver ik wat met een slecht ziende man – het is merkwaardig hoe vaak ik aangesproken word door Wieners/Oostenrijkers die me de weg vragen – en loop dan de schouwburg binnen. Wie in het Burgtheater speelt, heeft het helemaal gemaakt. Hier speelde onder meer Klaus Maria Brandauer, bekend van de film Mephisto. Het programma is klassiek, van Tolstoi tot Shakespeare. De plafonds in het monumentale trappenhuis zijn van de jonge Klimt.
Naast het Burgtheater ligt café Landtmann: hier kwam Freud zijn krant lezen.
Burgtheater naast café Landtmann © Scriptor |
En dan is het nog even flink doorwandelen langs de ring tot aan de Maria Theresiaplatz waar de chauffeur ons zal komen ophalen. In het midden staat een reusachtig monument met een pontificaal aanwezige ‘moeder des volks’. Aan haar voeten staan veldheren, staatslieden, de Nederlandse privé-arts Van Swieten, en haar lievelingscomponisten Hayden, Gluck en Mozart.
Op de terugrit bedenk ik dat de voet het, tegen alle regels van rust en behandeling in, beter maakt. Ik
Omhoog kijken levert altijd wat op © Scriptor |
Dürnstein : blauwe toren en burcht © Scriptor |
Tot dan hebben de weer- en fotogoden ons respijt gegeven. Plots gaan er regengordijnen open en jagen windstoten ons van het dek.
In Spitz kruipen we rillend in de bus die ons naar Melk zal brengen. Onderweg vangt mijn blik een tweede kasteelruïne, die van Agstein. Dit voormalige roversnest ligt strategisch op een 250m hoge rots die uitkijkt over een Donaubocht. De piraten hadden de gewoonte om kettingen in de rivier aan te leggen. Zo strandden de boten en zat er voor de handelaars niets anders op dan een flinke som losgeld te betalen.
De abdij van Melk
© Scriptor |
Op 85 km van de hoofdstad aan de
oevers van de Donau ligt de mooiste barokabdij van Oostenrijk. Sinds Umberto
Eco haar als inspiratiebron voor ‘De naam van de roos’ heeft gebruikt, is ze
alleen maar beroemder geworden. Liefhebbers van geschiedenis wisten al eerder
dat dit klooster een cruciale rol heeft gespeeld als pleisterplaats in de tijd
van de kruisridders. Maar er is meer: eeuwenlang was Melk een belangrijk
religieus, wetenschappelijk en cultureel centrum. In de bibliotheek worden
kostbare manuscripten bewaard.
De abdij is een voorbeeld van een gesamtkunstwerk, een voorbeeld van het optimaal samengaan van
architectuur, schilderkunst en beeldhouwkunst… een kenmerk van de barok.
In Melk soppen we door de plassen en
trekken spurtjes naar warm ogende etablissementen die de innerlijke mens kunnen
versterken.
Gelukkig speelt het laatste bezoek van deze reis zich binnen af. De abdij blaast me van mijn sokkel. Ze is prachtig gerestaureerd… voor het onmetelijke bedrag van 22 mio €, waarvan enkele miljoenen aan bladgoud opgingen. In de bib met zo’n 1800 oude manuscripten (oudste=9de eeuw) die in hun banden staan te blinken probeer ik me de monniken-scribenten voor te stellen, aan hun lessenaartjes met krassende pennen. Achter de openstaande deur loopt een sierlijke wenteltrap naar twee leeskamers die niet toegankelijk zijn voor het publiek. Hé… had Eco ook geen wenteltrap bedacht die van de bib naar de plaats van het onheil ging?
Kostbare boeken in de bib van Melk © Scriptor |
Toch eindigt deze dag in stijl. Als de kerkdeur opengaat komt er een verbijsterde ‘Wat is dat?’ uit mijn mond. Ik had de mooiste Europese barokkerken toch al gezien in Beieren??
Op de Sint-Pieter na, dan. Dit is geen kerk maar een kathedraal. Goudgeel, oker, oranje, lichtend grijs en een streepje groen vormen een symfonie van warme kleuren. Ik weet dat ik moet kijken om te onthouden maar mijn netvlies
Reizen
om terug te keren
Het Gloriette in de tuin van Schönbrunn © Scriptor |
Elke reis kent zijn grenzen. Zelfs als je veel gezien hebt, heb je nog meer niet gezien. Maar het idee van ongeziene pareltjes is nog nooit zo uitgebreid geweest als op deze reis.
Je komt niet terug uit Parijs of Barcelona met de gedachte dat je maar de helft van de grote bezienswaardigheden gezien hebt. Wenen is een ander verhaal… toch voor de echte liefhebbers.
Het Zentrallfriedhof met de graven van de componisten, hun huizen/musea in de binnenstad, het Freud-huis, de hele wijk rond de Hohermarkt, de Judenplatz en de synagoge, de Beethoven-fries in het Sezessions-huis, de andere historische koffiehuizen… teveel om op te noemen.
Waarom moet een mens zoveel thuisblijven?
En de voetzolen? Die hadden nog bijna twee weken nodig om helemaal dicht te groeien. Maar wat maakt het uit? Aan het eind van een reis telt alleen de winst…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten