Dit blog is bedoeld voor familie en vrienden maar anderen mogen meegenieten...
De oudste verslagen zijn vrij summier en bevatten geen eigen foto's.

18 juni 2012

Beierse kastelen en München

Lodewijk II van Beieren (1845-1886):
de verbeelding aan de macht

Slot Hohenschwangau
© Scriptor
Zaterdagochtend. De zon schijnt warm achter de ruit van de bus. Het gros van de reizigers soest lekker weg. Zoals op de meeste vertrekdagen was de nacht te kort. Wie al enigszins bij z’n positieven is, luistert naar het ochtendprogramma van Radio 2 waarin Rudi Vranckx te gast is. Hij heeft het over héél andere vuurballen.

Het besef indachtig dat je je zekerheden thuis laat als je op reis vertrekt, luister ik naar de eerste mededeling van reisleider Michel. Omdat ons koningspaar hetzelfde reisdoel heeft als wij wordt ons programma een beetje herschikt.

Eens over de Duitse grens nemen we een wat rustiger autosnelweg die de grote steden niet rechtstreeks aandoet. In het Ruhrgebied kijken we met bezorgde blikken naar dampende koeltorens. Een eind verder rollen groene heuvels zich voor ons uit en slingert zich een indrukwekkende hangbrug over de vallei van de Moezel. Het vakantiegevoel begint vorm te krijgen.

Bij Stuttgart zien we een luchtvaartmuseum met twee Concordes. Aan de overkant ligt het nieuwe Neckar-voetbalstadion.

De Alpsee, het huismeer van Schwangau © Scriptor

Taalpraatje

Tijdens een koffiepauze in een Rasthaus - waar de cappucino voortreffelijk is - vraag ik aan Michel of hij het Duitse woord voor wake up call kent. Hij vraagt bedenktijd, heeft net tien dagen Rome achter de rug: zijn taalcentrum moet nog acclimatiseren. Met het mijne is het nog slechter gesteld.

Als de kerktorens de vorm van uien aannemen, zijn we diep in Duitsland doorgedrongen. Michel komt me zeggen dat aufwecken het werkwoord is dat ik moet gebruiken. Ik maak altijd graag gebruik van de wekdienst van hotels. Je weet nooit of je eigen wekker het doet. En de bus wacht niet.

Het wordt stilaan een lange zit. De vrouw achter me zingt al de hele dag mee met de cd’s uit de schlagercollectie van de chauffeur. Niet toonvast, bovendien. Mijn houten hoofd vraagt om de barokmuziek in mijn rugtas.

Bij het invallen van de duisternis doemt de Alpenwand met 2.000- en 3.000-metertoppen op. Hier en daar ligt er nog een sneeuwdeken onder de pieken. Schwangau ontvangt ons in stijl: tegen de beboste hellingen rond het dorp liggen twee feeëriek verlichte kastelen: Neuschwanstein en Hohenschwangau. En alsof dat nog niet genoeg is, heeft mijn balkon in Schlosshotel Lisl zicht op dit laatste slot. Na een verkwikkende douche, een streepje rustgevende Händel en de wekker op het zomeruur, sluit ik de ogen. Het raam blijft op een kier: zuivere berglucht slaat een stadsmens niet af.

Het sprookjeskasteel Neuschwanstein in lage wolken
© Scriptor

Schwangau (900m) ligt ten oosten van de as München-Garmisch Partenkirchen, op een steenworp van de Oostenrijkse grens. Enkele tientallen kilometers verder ligt het klooster van Benediktbeuern waar in 1803 het manuscript met middeleeuwse vagantenliederen werd gevonden, op muziek gezet door Carl Orff (1935) en beter bekend onder de naam Carmina Burana.


Het knusse Schlosshotel Lisl in Schwangau
© Scriptor
De volgende ochtend regent het zacht. Doorzichtige wolkensluiers drijven door het dorp. In plaats van weg te waaien botsen ze tegen de bergwanden op en blijven ze nattigheid lozen.


Ochtend bij de Wieskirche © Scriptor
We gaan op weg naar de Wieskirche. Sinds 1983 staat de kerk op de Werelderfgoedlijst van de Unesco die onder meer de orgelrestauratie voor een bedrag van 700.000€ ophoestte. Zoals haar naam het zegt, ligt het godshuis in een weidelandschap. De dauw zweeft over het gras, in de verte fluiten onzichtbare vogels. In het interieur van de kerk overheerst het rood. Het moet het bloed van Christus voorstellen en knalt je in het gezicht. Dit is de eerste kennismaking met het kunstzinnige antwoord van de katholieken op de reformatie van Luther. Vooral de Jezuïten namen het voortouw in de contrareformatie.

Overdadige roccoco in de Wieskirche
© Scriptor

De Wieskirche
De Wieskirche is één van de beroemdste rococokerken van de wereld. Op 14 juni 1738 zag de boerin Maria Lory tranen in de ogen van een beeld dat de lijdende Christus aan de geselpaal voorstelde. Dit tranenwonder was het begin van de bedevaart naar de wijk Wies bij Steingaden. In de periode van 1745 tot 1754 schiep Dominikus Zimmermann daarvoor een uniek godshuis. Rococo in perfectie siert de kerk en trekt ongeveer één miljoen bezoekers per jaar uit de hele wereld. Velen van hen zijn bedevaartgangers.


Oberammergau in nevels © Scriptor
De tweede halte is Oberammergau, bekend van het passiespel. Het is er zondagsstil en kil. De paraplu’s gaan open, de hoofddeksels op. Geen dag voor fotografen, denk ik, maar achteraf blijkt het aantal interessante kiekjes nog mee te vallen. De Lüftlmalerei - een woordcreatie van beeldend kunstenaar Franz Zwick (18de eeuw) - is hét foto-onderwerp van elke dorpswandeling hier. Veel gevels zijn kleurrijk beschilderd, vaak met een trompe-l’œil-effect.

Oberammergau: houtsnijwerkwinkel © Scriptor

Oberammergau, een spel met een knipoog
Opvoering passiespel 1950
© Frank De Freitas
Het dorp is bekend om zijn passiespel, een traditie die teruggaat tot 1634. Toen beloofde de gemeenschap dat elke tien jaar de kruisiging van Christus zou worden uitgebeeld als ze gevrijwaard werd van de pest. En zo gebeurde het. De mannen die aan de opvoering deelnemen mogen 20 maanden lang hun haar en baard niet knippen, wat voor een hippie-achtige sfeer zorgt in de voorbereidingsmaanden. Als het evenement voorbij is heerst er enige opluchting bij hen, de kappers en… de pruikenmaker.

Ik maak nog een ommetje langs het kerkhof - af en toe de doden groeten vind ik belangrijk - en het Festspielhaus waar verleden jaar het passiespel werd opgevoerd. De plaatsen zijn zéér lang op voorhand uitverkocht. Vooral Amerikanen en Japanners azen erop. Voor hen is dit blijkbaar een exotische ervaring.

Kerkhof Omberammergau
© Scriptor

Van daar gaat het naar Ettal, een plaatsje dat verleden jaar op een onfrisse manier in het nieuws kwam. Het is haast niet voor te stellen dat in het statige, rustgevende Benediktijnerklooster twintig jaar geleden leerlingen door monniken misbruikt werden.

In deze regio vind je heel wat kloosters die hun rijkdom te danken hebben aan de middeleeuwse zouthandel, handel in edele metalen en tolheffing. De inkomsten werden geëtaleerd in overweldigende barokke interieurs waarvoor de grootste kunstenaars van hun tijd werden aangetrokken. Het effect is navenant: als de deur opengaat weet je niet wat ziet.

Klooster van Ettal © Scriptor
Ora et labora, het motto van de Benedictijnen, wordt hier in de praktijk gebracht in de vorm van een brouwerij, een boekbinderij, een gastenverblijf… In de middagpauze bestel ik een Holunderliqueur, die in een verdacht klein glaasje wordt geserveerd. Ik proef meteen waarom.


Der Märchenkönig
© seriykotik1970
Ludwig II kwam op 18-jarige leeftijd op de troon. Omdat hij sinds zijn jeugd gefascineerd was door de Duitse sprookjes, legenden en sagen, kreeg hij de bijnaam ‘sprookjeskoning’. Dat verklaart ook zijn belangstelling voor Wagner.
Zijn grote voorbeeld was naamgenoot Lodewijk XIV. Maar Ludwig was niet almachtig. Hij kon niet voorkomen dat, tegen zijn wil, een bij voorbaat verloren oorlog tegen Pruisen werd gevoerd. Bismarck dwong Ludwig later de Beierse zelfstandigheid op te geven. Extra tragisch voor Ludwig was dat de inhuldiging van de Pruisische koning tot Keizer van Duitsland plaatsvond in de Spiegelzaal in Versailles, de plaats waar zijn idool Lodewijk XIV als zonnekoning had geschitterd.

Op het warmste uur van de dag brandt de zon zich even een weg door de wolken maar lang duurt de pret niet. Als we bij het Linderhof, het jachtslot van Ludwig aankomen, sombert de dag verder. Bovendien liggen de tuinen er winters-kaal bij en zitten de fonteinen verstopt onder een houten schutsel.

Maar we zijn voor de binnenkant van het kasteeltje gekomen. Om die te beschrijven schieten woorden tekort. Je zou kunnen zeggen dat de aankleding compleet over the top is, roccoco meermaals in het kwadraat, alsof lelijkheid het doel is en iedere vierkante centimeter loodzwaar versierd hoort te zijn. Je gaat hier letterlijk gebukt onder het gewicht van de muren en plafonds, stukwerk en bladgoud.

Het Linderhof, een replica van Versailles
© Frank Kehren
Lodewijk XIV was Ludwig’s ingebeelde vriend. Voor hem bouwde hij het Linderhof, een verkleinde kopie van het kasteel van Versailles.

In dit kleine Versailles zijn de Zonnekoning en zijn entourage nadrukkelijk aanwezig. Ludwig moet aan zelfoverschatting en gebrek aan realiteitszin geleden hebben. Opgroeien in een besloten paleiswereld zal hier zeker een rol in hebben gespeeld. Met het verstrijken van de jaren werd de (ex-)koning steeds mensenschuwer en kreeg hij last van paranoia. In de eetkamer kun je een tafel zien die een verdieping lager kon zakken waar de bedienden hem dekten en weer naar boven stuurden. Op die manier hoefde de tafelheer niemand te zien.

Richard Wagner (1813-1883)
Opvoering Walküre © Ze Carlos Barretta
De laat-romantische componist leefde altijd op te grote voet, waardoor hij voortdurend in financiële problemen geraakte. Dat Ludwig hem engageerde, kwam hem erg goed uit.
Wagner was goed op de hoogte van de Duitse sagen, legenden en mythen, die hem zeer inspireerden. Bovendien schreef hij niet alleen de muziek, maar ook de libretti voor zijn opera's. De componist was zeer nauwgezet en bemoeide zich bij de productie van zijn werken overal mee. Kenmerkend voor zijn opera’s is dat de melodie zich telkens ontwikkelt naar een ander niveau en daardoor eindeloos wordt. Dit heet in muziektermen 'zwevende tonaliteit'. In Bayreuth richtte Wagner het festivalhuis op waar ‘Der Ring des Nibelungen’ voor het eerst werd opgevoerd. Hij beschouwde ‘Parsifal’ als de bekroning van zijn theaterwerk. Later schreef hij vooral werken voor orkest en piano en ook liederen.
‘Lohengrin’ was de eerste opera die de toen vijftienjarige Ludwig zag. Het gegeven van de nobele Graalridder, wiens boot wordt getrokken door een zwaan, was hem al vanaf zijn vroegste kindertijd bekend.

Ludwig ging steeds vaker ‘s nachts leven, liet zich dan met een koets door het domein rijden en vroeg om privé-concerten in de grot achter in de tuin. De Venusgrot is een nagemaakte druipsteengrot die de wereld van ‘Tannhäuser’, een andere opera van Wagner, oproept. In het midden is een meertje met een bootje in de vorm van een schelp van waaruit de vorst naar de opvoeringen keek. Maar reizen buiten het seizoen heeft ook nadelen: de grot is dicht. Erg jammer. ‘Op elke reis moet je iets missen’, troost Michel ons. ‘Dan heb je een reden om terug te keren.’ We moeten het doen met een concert van spechten.


Wagner, de buikspreker van god
(dixit Nietsche)
Een boek van Martin van Amerongen
Omdat de componist zeer contradictorische ideeën en houdingen had,
is hij niet in één vakje onder te brengen.
Bovenal bleef hij vasthouden aan de romantiek, het leven en het lijden, de trots en de eer, de geest en de droom.
Wel duidelijk is zijn notoire jodenhaat. Hij gaf de joden de schuld voor de moderne beschaving en voor het uitjoelen van zijn ‘Tannhäuser’ in Parijs. Hij keerde zich reeds lang voor het nationaal-socialistische tijdperk tegen gemengde huwelijken. En bij de opvoering van ‘Nathan der Weise’ liet hij weten dat alle joden zouden moeten verbrand worden.
Positief is wel dat Gottried Wagner, achterkleinzoon van de meester, naar Israël trok en daar boete deed voor de rol die Richard’s antisemitisme bij de Holocaust heeft gespeeld... wat in het nog steeds provincialistische Bayreuth voor woedende reacties zorgde.

Als slot van de dag stoppen we nog in Füssen, het eindpunt van de Romantische Strasse (die in Würzburg begint). Hiermee zijn we in de middeleeuwen beland, op de rijke handelsroute naar Italië. In de plaatsen langs de Strasse zie je voormalige pakhuizen in frisse kleuren, met kleine ramen en puntgevels. Maar… de dag is helemaal kopje ondergegaan en enkel een warme Bäckerei met ovenverse Apfelstrudel kan mij boeien.


Op de derde dag hebben we afspraak bovenop de kasteelheuvel tegenover het hotel.
Maar eerst loop ik naar ons dorpsmeer om enkele foto’s te maken. De Alpsee heeft iets fjordachtigs, is omsloten door hoge bergen met in de verte de Zugspitze, de hoogste top van Duitsland (3000m). Er is iets te weinig licht om mooie kiekjes te maken.

Vroege ochtend boven het meer: 3000m-bergen
© Scriptor
In het slot Hohenschwangau - met een fiere adelaar bovenop - groeide Ludwig op. Het is het kasteel dat zijn vader liet optrekken uit de ruïnes van een middeleeuwse burcht. Je ziet dat hier geleefd werd en dat maakt, achteraf gezien, het bezoek tot het meest interessante van de drie kasteelervaringen. Er is een leeskamer met een erker die uitzicht biedt op het ‘huismeer’ van het dorp (‘Mag ik hier even logeren?’). Er is ook een muziekkamer met een clavecimbel waaraan een octaaf ontbreekt. Daarnaast staat de telescoop waarmee Ludwig de bouw van zijn droomkasteel Neuschwanstein nauwgezet kon volgen. We zien veel fresco’s met ridders en andere helden uit vervlogen tijden: hier is de fascinatie van de vorst voor oude sagen ontstaan. Ergens staat Luther afgebeeld: dat zou betekenen dat hij ooit een bezoek heeft gebracht aan Hohenschwangau terwijl het koningshuis toch erg katholiek was. Opvallend is ook het verwarmingssysteem: in de hoeken van de kamers staan kachels die hete lucht blazen, in die tijd erg vooruitstrevend. Ergens buiten het zicht van de kasteelheren werden de kachels gestookt.

Kasteel Hohenschwangau © Scriptor
Aan het eind blijft het idee hangen van de besloten wereld die Ludwig maakte tot wie hij was. En misschien werd hij wel somber van de mistige wolken die ook rond onze hoofden hangen. Ze leveren vreemdsoortige foto’s op.

Hohenschwangau in de mist © Scriptor
‘s Middags klimmen we door de bossen naar Neuschwanstein. Dat dit een wereldberoemde plek is, zien we aan de groepen Japanse en Chinese toeristen. Hier naartoe komen in de zomer moet de hel zijn. Zelfs nu is het bezoekschema strak: elke tien minuten mag een groep door de elektronische poortjes. Mis je de afspraak, dan mag je er niet meer in. ‘Dove il zoom’? schreeuwt een Italiaanse naar haar vriendinnen die hogerop post hebben gevat. Wat een luidruchtig volk! En ze zijn met velen want Verona ligt maar op vier uur rijden van hier.


Kasteel Neuschwanstein
© Scriptor
Omdat zwanen de lievelingsdieren waren van Ludwig, noemde hij zijn sprookjeskasteel naar hen.
`Dit is de mooiste plaats in mijn land die ik kon vinden’,
schreef de koning ooit aan Richard Wagner.
Het interieur van het kasteel is beïnvloed door Byzantijnse, Romaanse en Gotische stijlen. De muur- en plafondschilderingen zijn geënt op de opera´s van Wagner. Frivool Bayerischblau is de overheersende kleur. Omdat de banken weigerden Ludwig meer geld te lenen raakte het kasteel nooit af. Hij had wel de kans om er een kamer in te richten voor ‘zijn vriend’, de Zonnekoning… die al een hele tijd overleden was.

Van binnen is het een echt museumkasteel, artificieel, een beetje zielloos met te groots uitpakkende interieurs. De troonzaal is nooit gebruikt, de concertzaal pas… in 1933. De doorkijkjes naar diverse meren en weidse, groene horizonten zijn wel erg charmant.

Ik koop hier een foto-cd rom met de onbenoembare kasteelinterieurs die je bovendien niet zelf mag vastleggen.

Ludwig, een film van Luchino Visconti (1972)
Mooi in beeld gebrachte kostuumfilm die wel erg breed is uitgesponnen.
Je leert Ludwig kennen als een vorst die zich niet voor staatszaken interesseert, megalomane trekken heeft, zich als een verwend kind gedraagt, wereldvreemd is en afglijd naar een paranoïde geestestoestand.
De film toont ook de inzakkende eettafel van de mensenschuwe koning.

Na het bezoek is de middag nog maar half voorbij en de rest van de tijd hebben we vrij. Ik geniet van de afdalende wandeling over het bospad en de zon die door de bomen breekt. Ik ga opnieuw naar het meer dat nu ander licht heeft en klim ook weer naar Hohenschwangau. De perfectionist in mij is op zoek naar de betere foto.

Kasteel Hohenschwangau © Scriptor

Detailbeeld Hohenschwangau
© Scriptor
De avond is lang genoeg om tot rust te komen bij mijn barokcollectie. De lawine aan indrukken overdag krijgt zo de tijd om zich te ordenen.


Wagneriaanse grootheidswaanzin
Voor zijn libretto’s bediende de componist zich van een taal met veel eigen creaties. Het Duits van Goethe en Schiller volstond niet voor mijnheer Wagner. In Bayreuth kun je een boekje kopen met de vertalingen van zijn neologismen.



Op dag vier rijden we richting München. We ruilen de bergwanden voor een zacht golvend, half open landschap met weiden en bossen, vee- en houtbedrijven. Michel praat ons bij over de stad: de hoge levensstandaard, de topbedrijven zoals Mercedes, de rijke musea, de oorlogsschade, het schuldgevoel over de jodenhaat (er zijn georganiseerde wandelingen naar de nazi-schandaalplaatsen) de S-bahn, een snelle metro die de stadsbewoners op een half uur tijd naar de Starnbergersee brengt om te recreëeren of hun eerste of tweede verblijf op te zoeken.



München, een zuidelijke stad
De Residenz © heatheronhertravels

De blik van München is op het zuiden gericht. Dat zie je aan de cafés en restaurants en hoor je aan de begroeting ciao. Koning Otto I (de jongere broer van Ludwig die hem kort opvolgde maar moest aftreden omdat hij psychische problemen had) wilde de stad omtoveren in een Duits Firenze. Zijn Residenz liet hij in Italiaanse renaissancestijl bouwen.
Als er een warme, zuidelijke wind waait wordt de hemel blauw en baadt de stad in een trillend licht. Dat metereologisch verschijnsel, föhn genoemd, klinkt aanlokkelijk maar zou onaangenaam zijn. Door de snelle luchtdrukwisselingen krijgen veel mensen bij dit weer last van verhoogde bloeddruk, hoofdpijn, spierpijn, slapeloze nachten… en gaan granteln, worden prikkelbaar. 
Pianist speelt kamermuziek van Chopin
© Scriptor


We lopen eerst naar de Königsplatz en omgeving waar de nazi-beweging van Hitler haar onderkomen had. Het Braunes Haus, het hoofdkwartier van de SA (Sturmabteiling) ligt er verwaarloosd bij. Dat is opzet. Het anders keurige Duitsland laat, uit protest tegen de zwarte bladzijden uit haar geschiedenis, de tuin verwilderen. Om dezelfde reden hoort het gebouw wel intact te blijven.


De Sturmabteiling (SA)

Het Braunes Haus © Scriptor
Werd in 1921 door Hilter opgericht om dienst te doen als knok- en intimidatieploeg. De leden werden bruinhemden genoemd naar de kleur van hun uniformen. In de jaren ’20 en ’30 oefenden ze een ware straatterreur uit. Ze vernielden joodse winkels en verstoorden partijbijeenkomsten van andersdenken. In de lente van 1934 was de SA met 4 miljoen leden veel groter dan de nazipartij (NSDAP) zelf, wat de führer wellicht als een bedreiging ervaarde. Datzelfde jaar werd in de ‘Nacht van de lange messen’ de SA-top door de SS geëxecuteerd.

Dat München een fietsstad is, verwacht je niet. Geregeld worden we opgeschrikt door bellende tweewielers die meestal gebruik kunnen maken van brede, veilige fietspaden. Het beeld roept herinneringen aan Amsterdam op. Na de klokvaste S-bahn is ook het fietsbeleid hier een voorbeeld voor onze vervoerspolitiek.


Fonteinen worden van hun 'winterkleed' ontdaan
© Scriptor
Dichter bij het centrum zien we stadsarbeiders die de fonteinen van hun houten omhulsel bevrijden. Op deze zomerse dag is het duidelijk dat we met een continentaal klimaat te maken hebben: strenge winters, korte tussenseizoenen, warme zomers. We lopen langs de favoriete nachtclub van de führer - nu een conferentiecentrum - naar de winkelwandelstraat in de richting van de Jezuïtenkerk en de Frauenkirche. Onderweg valt me de affiche-campagne voor ‘München 2018’, de kandidatuur voor de Winterspelen, op. Ook een culturele aanplakzuil vangt mijn blik: in het Schauspielhaus wordt het toneelstuk Ludwig II opgevoerd… in een regie van Ivo Vanhove, de Vlaamse topregisseur die vooral in Nederland carrière heeft gemaakt.
© Scriptor
En weer word ik omvergeblazen als de kerkdeuren opengaan… wat een esthetische overrompeling is dit! Michel vertelt me dat de barokkerken in Beieren kunnen wedijveren met die in Rome. Wil ik best geloven. Ik realiseer me ook dat ik twintig jaar geleden op geen stukken na had kunnen genieten van dit soort sfeer zoals ik nu doe. Ouder worden heeft ook zijn voordelen.

Fauenkirche met 109m hoge torens
en met graftombe van voorvader Lodewijk IV (14deE)
© Scriptor

Meer dan bierfeesten ?
© Sanfamedia
München wordt spontaan geassocieerd met het Oktoberfest en zijn lallende bierdrinkers. Maar naast deze platvloerse leeft er ook een cultuur waar andere Europese steden een voorbeeld aan kunnen nemen. Het theaterbudget is bijvoorbeeld groter dan dat voor heel Nederland en, na New York, is München de grootste uitgeversstad ter wereld.
Om auteur Jan Brokken te citeren: ‘Als je op reis gaat, laat je je vooroordelen thuis.’

Klokslag twaalf uur hebben we afspraak op de Marienplatz, het centrale stadsplein. Het gotische Neues Rathaus, dat aan Brussel en Leuven doet denken, heeft een publiekstrekker: het klokkenspel. Als de kerkklokken uit de buurt het middaguur hebben geslagen, is het de beurt aan de fraaie bewegende beelden die historische gebeurtenissen uitbeelden.

Klokkenspel in het Neues Rathaus © Scriptor
In het midden van de Marienplatz staat een hoge zuil met een blinkende maagd. Ze werd aan het eind van de 16de eeuw opgetrokken als dank voor het einde van de pestepidemie.

Dan is het tijd voor de middagpauze. Op zoek naar een typische eetgelegenheid loop ik voorbij muzikanten die Klezmer-muziek spelen maar ze zien er niet joods uit, eerder Roma-achtig. Op de Viktualienmarktproef ik een tongstrelend stuk Kuchen. Alleen de dessertjes maken een reis naar deze contreien al de moeite waard. En de porties van alles wat je eet zijn erg Duits: groot en hoog opgestapeld. Met een Belgisch servies kom je hier niet ver. Ook in dit geval is reizen een grensverleggende bezigheid.

Straatorchestje in het centrum van München
© Scriptor

De droomfabriek
Set van de SF film 'Enemy mine'
© schoschie
In de Bavaria Studios, opgericht in 1919, werden memorabele films gedraaid. Grote namen als Elia Kazan, Steve Mc Queen, Liza Minelli, Fassbinder, Schlöndorf… werkten er voor en achter de camera.
Voor wie meer tijd heeft : de studio’s liggen in een voorstad van München en zijn te bezichtigen.

 

De 'kleine Peter-kerk' © Scriptor
‘s Middags krijgen we de keuze: ofwel met Michel en zijn eindeloze verhalenbagage op stap gaan, ofwel een eigen programma volgen. Ik doe een beetje van beiden, volg hem nog naar ‘de kleine Peter’, alweer een sprakeloos makende barokkerk om dan alleen verder te gaan naar het Joods museum. Hierdoor moet ik de opera links laten liggen maar zoals de stem van Michel in mijn hoofd zegt: ‘Op elke reis moet je iets missen…’ Het is een klein maar mooi opgezet museum met audio-materiaal van joodse inwijkelingen, een humorvolle muurstrip die speelt met de vooroordelen, een voor-oorlogs spel (Ganzenbordachtig) waarop je de Aliya (de exodus naar het heilig land) kunt naspelen en allerlei joodse symbolen zoals de zevenarmige kandelaar die héél lang kan branden. Dat laatste was nodig omdat er op Shabbat geen licht mag aan en uit gedaan worden. Dit ritueel doet me denken aan een gelezen oorlogsverhaal waarin verteld werd dat niet-joodse mensen op zaterdag het licht gingen aansteken en doven bij hun buren.

De tijd die me rest wil ik nog besteden aan de drie grote verdiepingen tellende boekhandel aan de Marienplatz. Dit is een walhalla voor de boekliefhebber, niet alleen door het zeer ruime aanbod aan recente werken maar ook omwille van tafelsvolle sterk afgeprijsde exemplaren.

Na ‘een zonnig bankje’ in de botanische tuin stapt iederen met pijnlijke voeten op de bus. Reizen is ook altijd een beetje lijden…

Een Lederhosen-winkel kon niet ontbreken...
© Scriptor

De afwezige vorst

De Starnberger See © Scriptor
Tijdens de Frans-Duitse oorlog (1870-1871) deed Ludwig niets anders dan dromen, lezen, naar muziek luisteren en plannen smeden voor toekomstige kastelen. Aan de bouw ervan gaf hij, tot ongenoegen van zijn onderdanen en ministers fortuinen uit. Daarom verzochten zij de koninklijke lijfarts om de vorst psychisch onbekwaam te verklaren zodat ze hem konden afzetten. Al een dag later werd zijn lijk en dat van de lijfarts in een meer teruggevonden. De omstandigheden rond hun dood werden nooit opgehelderd. Ludwig was een uitstekend zwemmer en het water was op die plaats kniehoog.
Buiten zijn fantasiewereld heeft Ludwig weinig nagelaten.



Op de laatste excursiedag is de zon weer van de partij. Dat treft want we gaan naar het merengebied in de laagvlakte tussen de Alpen en München. De eerste stop brengt ons naar de Votiefkapel die opgetrokken is ter nagedachtenis van de omgekomen vorst. Na een boswandeling met doorkijkjes naar de Starnbergersee kom het kerkje in zicht. Het meer zelf ligt er bijzonder rustig bij: het toeristische laagseizoen heeft iets van een ochtend die geen dag wil worden… buiten ons en de (water)vogels is hier niemand.


Votiefkapel aan de Starnbergersee
© Scriptor
Vandaar gaat het naar het Benedictijnerklooster van Andechs, bijna zes eeuwen oud en een gerenomeerd bedevaartsoord. De roccoco-kerk is weer verbluffend zinnestrelend. Op de kloosterberg met uitzicht op groene valleien houden we middagpauze. Om optimaal te genieten van de setting glip ik weg van de groep en installeer me op een terras dat als een balkon uitkijkt op de omgeving.

Benedictijnerklooster van Andechs
© Scriptor

Middagpauze in Andechs
© Scriptor
Intussen wordt ons vorstenpaar ontvangen door Hertog Franz van Beieren, het hoofd van het Huis Wittelsbach en rechtstreekse nazaat van Ludwig. In München wordt een stuk van de stad afgezet, een reden om er gisteren naartoe te gaan.

In de loop van de middag houden we halt aan de Ammersee, een biljartvlak meer dat later in het seizoen zal worden ingenomen door waterliefhebbers en andere recreanten. In het restaurantje, waar ik me laat verleiden tot een stuk abrikozencake, hebben de huispoes en ik het rijk voor ons alleen.

Ammersee © Scriptor
Dan rijden we nog even naar Diessen, de plaats waar Carl Orff opgroeide. Hier staat een wit Augustijnerklooster omringd door zilverberken die schitteren tegen de blauwe hemel. En weer is er die esthetische overrompeling als de deur van de kerk opengaat.

Augustijnerklooster in Diessen © Scriptor

Op weg naar huis, houden we nog een laatste pauze in Schongau, een stadje op de Romantische Strasse. Net zoals in Füssen zien we kleurrijke gevels en puntdaken van gerenoveerde pakhuizen. De dag kruipt stilaan in de benen die ik laat rusten… in een Flower power-cafeetje. Niet alles in Beieren is oud en traditioneel.

Schongau: oude stadsomwalling
© Scriptor
Flower power-cafeetje in Schongau
© Scriptor
Op de laatste dag rijdt de bus om half acht het dorp uit. Mijn achterbuurvrouw zal vandaag niet zingen. Korte nachten, pijnlijke klim- en stapspieren, de eindeloze reeks kilometers die onder de wielen verdwijnt… eisen hun tol.

Ik bedenk met verbazing dat vier luttelijke dagen volstaan om een hele wereld te openen en heel wat oh’s en ah’s op te roepen. De geestelijke inbox zit boordevol beelden, woorden en verhalen. Ze vragen om verwerkt te worden, gevat in andere woorden en in een gestructureerd beeldverhaal.

Bij onze laatste koffiestop, ergens in de Ardennen, sla ik een Belgische krant open en lees dat onze niet-in-het-gareel-lopende-prins zwaar wordt aangepakt. Gebrekkige realiteitszin, wanhopige zoektocht naar zingeving, iets te grote dromen… we hebben blijkbaar onze eigen Ludwig. L’histoire se répète.


(maart 2011)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten