Belfast © |
Bij het uitrijden van
de haven van Dover hebben we zicht op het rotskasteel waar Shakespeare’s King Lear zich afspeelt. Tijdens WO II
deden de onderaardse gangen dienst als commandopost en hospitaal.
Even later gaan de
hemelsluizen open. Bij een koffiestop zie ik een kraai over een grasveldje
trippelen. Van welk onheil is hij de voorbode?? Naar en rond Londen rijden we
langzaam tot stapvoets. Elektronische borden met congestion, accident, delay doen onze wenkbrauwen fronsen. In
de buurt van het circuit van Silverstone in de Midlands drijven de wolken uit elkaar: zou het hier harder waaien?
Een wegwijzer duidt het plaatsje Rugby aan. Daar zou de sport zijn bedacht. Rougby, zou Dalziel zeggen.
Ik heb een
gepriviligieerde stek met panoramisch zicht achter de chauffeur. De tweezit is
nu voor mij alleen. De vrouw met het zware Gentse accent heeft zich achteraan
geïnstalleerd op een vrije dubbele plaats… op zoek naar meer beenruimte. Mij
hoor je niet klagen. De korte nacht, de eindeloos voorbijschuivende
landschappen, het zachte veren van de bus en de lijzige klanken van Vera Lynn
zorgen ervoor dat ik in een prettige trance
verzeil. Later dan gepland komen
we aan bij de Holiday Inn in Chester. De chesterkaas is een streekproduct dat
aan het gele walstro zijn typische geur en smaak dankt.
Sweet dreams 1
De Holiday Inn maakt
deel uit van een gerenoveerde pakhuizen-site aan kanaaltjes. Brits Amsterdam
zeg maar. Dit klasseverblijf is geknipt voor zintuiglijke mensen: een bed om
nooit meer uit op te staan, luxe douchegel, een restaurant met zicht op het
water. Voor ik de ogen sluit, zingt onze eigenste Tom Dice me toe. Het leven
kan mooi zijn in zijn eenvoud.
Dag 2: Beschaafde en a-sociale omgangsvormen
Gerenoveerde pakhuizen Chester © |
Dag 2: Beschaafde en a-sociale omgangsvormen
De hemel trekt meer
en meer open. Glooiende, wijdse landschappen in een veelvoud van groentinten
trekken aan ons voorbij. Schapen, berggeiten, witte en gele bermbloemen maken
de pastorale compleet. We zijn inmiddels in Wales. Dit voormalige vorstendom is
gekend om zijn poëzie en muziek. De meest voor de hand liggende naam is die van
Dylan Thomas. De vele kerkkoren vallen op omdat de toonhoogte van zang en
muziek verschillend is. Volgens Wilfried, onze reisleider, niet om aan te
horen.
Conwy © |
We pauzeren in Conwy,
een middeleeuws kuststadje met een burcht waar ook het kleinste huisje van
Groot-Brittannië staat. De verklede huisoppas ziet eruit als een heks. Ze zou
niet misstaan in een musical van Andrew Lloyd Webber. Ik eet een heerlijk
broodje met verse, brokkelige chesterkaas. In Conwy wordt met twee woorden
gesproken. De Britse beleefdheid en vriendelijkheid is blijkbaar tijdloos,
immuun voor de hectiek van de nieuwe eeuw. Onbekenden groeten je op straat. In
Ierland zal de glimlach nog breder worden en de hartelijkheid nog toenemen.
Kleinste huisje van Groot-Brittannië © |
In de punt van het
schiereiland ligt Holyhead. Daar nemen we de middagboot naar Dublin. De ferry is groot en druk en we hebben 4,5
uur te gaan. Ik dool over de dekken, op de vlucht voor halve hooligans,
krijsende kinderen, ijsberende telefoonschreeuwers, met andere woorden, mijn
persoonlijke hel op aarde… ondanks de goed aangedrukte oordopjes. Te midden van
al deze heisa leest een vrouw Solar,
de nieuwe McEwan… zonder oordopjes. In de quiet
room is er kinderanimatie. Een uur voor aankomst is die gedaan en gaat de
ruimte op slot. Kan iemand het recht op stilte eens op de politieke agenda
plaatsen??
In Dublin maken we
alleen een rondrit. De intensere kennismaking met deze stad staat op het
programma van de klassieke Ierlandreis, die vooral naar de westkust gaat. De
grijze natuursteen zorgt voor een wat grauwe aanblik die opgefleurd wordt door
de Georgian style-voordeuren in felle
of pasteltinten. Even voorbij Trinity
College staat de bekendste inwoonster van de stad: de mosselverkoopster
Molly Malone. Haar ‘ken’ ik al sinds mijn zeventiende toen ik een
vakantiecursus volgde in Bournemouth en de leraar ons ter afsluiting van de dag
volksliedjes aanleerde:
♫ I once met a girl named sweet Molly Malone
singing cockles and mussels alive alive oh…♫
Een
citytrip Dublin klinkt zeer
aanlokkelijk: het writers museum, een
literaire wandeling met gids en ’s avonds lekker griezelen tijdens de ghost tour.
Sweet dreams 2
Het
Ardmore hotel: een half sterretje minder maar toch weer een bed om in weg te
dromen. Wilfried raadt ons aan om niet in de omgeving te gaan wandelen. Zou ‘s
avonds niet veilig zijn. Lijkt een normale buitenwijk maar de habitué heeft recht van spreken. Morgen
is het trouwens weer vroeg dag.
Dag
3: Hoe los ik een technisch probleem op?
De
zomer laat zich nu volop zien. We rijden door tunnels van groen over
slingerende op-en-af-wegen. Het lijkt alsof er geen blad meer bij kan. Alleen
stralen van onderbroken licht vinden hier en daar wat ruimte. We zijn op weg
naar de Wicklow mountains, de tuin
van Dublin. De gele gaspeldoorn, die we de hele reis zullen zien, staat in
volle bloei.
Sebastian
Barry
Ergens in
een oude pastorie in de Wicklow mountains
woont de auteur Sebastian Barry. In ‘De geheime schrift’ en ‘De
lange, lange weg’¹ plaatst hij zijn personnages in de politieke en
religieuze context van de Ierse geschiedenis. Mededogen met de kwetsbare mens
die weinig kiest maar veel overkomt, overheerst in zijn verhalen. De poëtische
toon harmonieert met het (vaak) natte, heuvelende landschap en de lyrische
Ierse ziel.
¹ Maak
kennis met de kwaliteitsboekenblog van mijn maatje Jeroen!
Powerscourt is een 18de eeuws adellijk landhuis met eindeloze tuinen,
waterpartijen en bos. De binnenkant is niet te bezichtigen want helemaal
vernietigd door een brand. Het huis kijkt uit op de Sugar Loaf mountain, met z’n 500m de hoogste top van de streek.
Het is hier heerlijk koffiedrinken op het terras met uitzicht op het landgoed en de berg.
Het is hier heerlijk koffiedrinken op het terras met uitzicht op het landgoed en de berg.
Van daar gaat het naar Avoca dat onder de naam
Aboca in 150 n.C. door Ptolemeus op de kaart werd gezet. De tv-kijkers van
vandaag kennen het als decor van de serie Ballykissangel.
De geel gekleurde gevel van de pub levert een fleurige foto op.
We krijgen een rondleiding in de oudste
weverij (1723) van het land waar nu vooral voor het toerisme wordt gewerkt. De
sjaals, de dekentjes en jasjes voelen geweldig aan maar de prijzen van dit
handwerk zijn naar verhouding.
Pub Ballykissangel © |
Lunchen onder een blauwe hemel bij een
kabbelend beekje bezorgt de laatste twijfelaars een vakantiegevoel.
In de 19de eeuw was dit een
mijnstreek. Er werd lood, zilver en goud gedolven. Bij het kerkje herinnert het
opschrift aan de financiële bijdrage die de Avoca
miners aan de bouw leverden.
’s Middags rijden we door naar Glendalough,
een historische site uit de vroeg-christelijke tijd. In de 5de-6
de eeuw n.C. kwamen de eerste missionarissen naar Ierland. Stilaan
vormden zich primitieve, zelfbedruipende kloostergemeenschappen. Het meest
opvallende bouwwerk is de 33m hoge ronde toren met kegeldak. Hij deed dienst
als klokkentoren (oproep tot het gebed), om in barre tijden (aanvallen van b.v.
de Noormannen) kostbaarheden te verstoppen en als baken voor bezoekende
pelgrims. Zowel buiten als in het museum staat een hoogkruis. Op deze typisch
Ierse kruisen zijn vaak bijbeltaferelen te zien: de ongeletterden ‘lazen’ op
deze manier de heilige schrift.
Iers kruis Glendalough © |
Rond het 11de-12de
eeuwse kerkje liggen vrij recente graven. Sommige gelovigen kozen ervoor om op
deze voor hen sacrale plek te worden begraven.
De batterij van mijn fototoestel is nu bijna
leeg. En deze technische kneus heeft er niet aan gedacht een adapter mee te brengen om de lader aan
te sluiten op het plaatselijke elektriciteitsnet. What to do? We slapen opnieuw
in Ardmore waar ik van de receptionist hoor dat er adapters zijn maar dat alle exemplaren uitgeleend werden. Hij raadt
me aan om later op de avond nog eens te komen informeren. Mijn medereizigers
hebben het hulpstuk blijkbaar allemaal nodig om hun eigen toestel(len) op te
laden. Om 21.00u. zit er een dame aan de balie die doodleuk een kast opentrekt
en meldt dat ik er één kan kopen voor 5€. Mijn geluk kan niet op!
Sweet dreams 3
Zéér sweet
want fotoprobleem opgelost.
Dag 4: Geen licht zonder donker
Wilfried vertelt op gezapige toon zijn
ochtendmopje. Hoewel ik geen liefhebber ben van mopjes kan ik die van hem niet
slecht noemen. Sommige bedenkt hij zelf, bijvoorbeeld door Ierse humoristische
fraseringen tot een verhaal samen te smelten.
Reisleider
Wilfried
Heeft veel bestemmingen op zijn actief maar zijn liefde gaat uit naar
Engeland en Ierland.
Combineert zijn reispassie met een reguliere job (‘Nog 3 jaar’, zucht
hij).
Speelt djembé in zijn vrije tijd.
Rookt en kucht teveel dan goed voor hem is.
Leest Karin Slaughter onderweg (ik maak hem warm voor Stieg Larsson).
Deze ‘tongue in cheek-man’ kent een goeie mop over de Belgische politiek.
Als we een beetje wakker zijn, praat hij ons
bij over de koningen van Tara, een belangrijk symbool van de Ierse identiteit.
De Kelten kwamen naar Ierland vóór de vroege christenen. We gaan dus een paar
eeuwen terug in de tijd, vergeleken met Glendalough. In Tara woonde een
dynastie van hoogkoningen, die vooral op papier het centrale gezag uitoefenden.
De vorst zetelde op een heuvelfort: een hoge heuvel omgeven door een greppel en
een wal. Op deze plek moet je vooral je verbeelding laten spreken want meer dan
een uitgestrekt grasland met schapen, twee bulten en een ganggraf is er niet te
zien. Symbolisch voor de al dan niet reële macht van de priester-koningen is
het feit dat ze vanop hun troon zicht hadden op 20% van de oppervlakte van het
eiland.
Tara © |
Wij genieten mee van de heiige einder…
Het ganggraf is
veel ouder (+/-2000 v/C.). Hierin werden de beenderen van een jongen gevonden
samen met sieraden van exotische materialen zoals barnsteen, waaruit blijkt dat
er toen al contacten waren met verre landen.
En de schapen? Die gingen heel snel rustiger
oorden opzoeken.
Trim by name and Trim by nature (‘Klein maar fijn’)
Voor de
middagpauze rijden we naar Trim, een gezellig stadje met gekleurde huisgevels
en leuke pubnamen. The judge and the jury lijkt wel een Grisham-titel. Bij het binnenrijden van de stad krijg je zicht op de grootste
Normandische burcht van Europa. In dit imposante kasteel aan de rivier werd de
film Braveheart gedraaid.
Ik verzeil in het toeristische infocentrum
waar je ook kunt eten. Daar geraak ik aan de praat met de baliemedewerkster die
uit Noord-Ierland komt.
‘You’ll love the
North’, zegt ze.
Ze komt uit een plaatsje bij Derry, was acht
jaar toen the troubles begonnen. Na Bloody Sunday (zie kadertje verder in de
tekst) kon ze vier dagen niet naar buiten. Nu vindt ze het ok: de soldaten
zijn weg, de spanning is verdwenen, je wordt niet meer gefouilleerd als je een
winkel binnengaat.
Haar zoon leest en bekijkt alles over de
burgeroorlog: de boeken van Gerry Adams, de films…
‘But my daughter
couldn’t care less’, besluit ze.
Ierse vriendelijkheid
-
vragen worden
beantwoord vóór je ze gesteld hebt, ook door mensen met saaie beroepen zoals ticketverkopers;
-
schoolkinderen
groeten je;
-
de
restaurantverantwoordelijke in het hotel biedt aan je toast te roosteren en hem
aan tafel te brengen;
-
voorbijgangers
stellen spontaan voor om een foto van je te maken bij een
bezienswaardigheid.
Newgrange - kijken door een raam naar de grafheuvel © |
Wil je met een groep een bezoek brengen aan de
grafkamer, dan moet je een jaar vooraf reserveren. Zelfs individuele bezoekers
moeten uren wachten voor ze aan de beurt komen. Daarom gaan we naar een
getrouwe kopie in het bezoekerscentrum kijken. Het invallende en wegglijdende
licht wordt mooi gesimuleerd.
Belfast centrum © |
Hiermee hebben we de oude geschiedenis achter
de rug. Als we Belfast binnenrijden komen we in een andere wereld terecht. We
zien logge, donkere gebouwen met kleine ramen. Tijdens de oorlog werd er
plastic voor de ramen gehangen om de bewoners te beschermen tegen glas en keien
van stenengooiers. Hoewel er een wat zware sfeer hangt, hou ik onmiddellijk van
deze karaktervolle stad. Als je de statige officiële gebouwen en het moderne
winkelcentrum wegdenkt, blijft er een arbeidersstad over. De grote scheepswerven
en de linnen- en katoenindustrie creëerden een aanzienlijke arbeidersklasse van
ongeschoolde katholieken en wat beter geschoolde en betaalde protestanten (de
meestal protestantse patroons bevoordeelden hun gelijkgezinden). Het conflict
heeft dus niet alleen een politieke maar ook een sociale dimensie. Unionisten
en nationalisten maken elk ongeveer de helft van de stadsbevolking uit.
Bij the troubles, die Noord-Ierland vanaf eind jaren zestig tot
1998 in de greep hielden kwamen circa 3.600 mensen om.
‘Bij de dood van 1.800 tot 2.000 mensen gaat het om
gevallen waarvan de toedracht nooit is opgehelderd’, zegt Sydney Elliott,
politicoloog aan de Queens University
in Belfast.
Voor we de parkeerruimte van het hotel opdraaien, krijgen we een huizenhoge, agressieve muurschildering in het vizier (zie bovenste foto). De toon is meteen gezet.
Wilfried raadt ons af om te gaan kuieren in de
aanpalende protestantse wijk. Ze houden daar niet van pottekijkers.
Wapenschild van Belfast ('Wat zullen wij in ruil voor zoveel teruggeven?') © |
Sweet dreams 4
Days hotel: oogt wat onvriendelijk met de
kleine ramen. De tv-beelden vertonen sneeuw en het licht in de badkamer kan
niet uit. Het lijkt of de stad wil zeggen ‘wij hebben andere katten te
geselen’.
Voor het inslapen kijk ik nog even naar een
weemoedige, ingetogen zanger met accordeon… zeer ver verwijderd van de
opgewekte Dubliners.
Morgen volgt de echte confrontatie met deze
eigenzinnige stad.
Dag 5: Vrede achter tralies
Dag 5: Vrede achter tralies
Om 9.00u. komt een kleurige tweedeksbus met
open dak voorgereden. De fotografen onder ons haasten zich de trap op naar
boven… maar fotograferen uit een rijdende bus zal geen sinecure blijken.
We beginnen de tocht in het centrum met veel
Victoriaanse gebouwen. De klassiekers zijn: het imposante stadhuis met koepel
en marmeren interieur, de kathedraal, de opera, de klokkentoren die een wat
scheve versie van de Big Ben is, het Europahotel dat heel wat bomaanslagen
overleefde, de Crown Liquor Saloon met gasverlichting en origineel Victoriaans
interieur.
Van daar gaat het naar de haven waar we even
halt houden bij het droogdok van de Titanic. Daarna volgen we de autoweg langs
de George Best-luchthaven in de richting van de belangrijkste
protestanste wijk (Oost-Belfast). Daar kijkt de ene na de andere felle
muurschildering ons aan. Het valt op dat ze er allemaal fris uitzien, wat
betekent dat ze goed onderhouden worden en dus ook dat het conflict nog leeft.
Een in het oog springende mural toont
de Ulster Freedom Fighters, een
divisie uit WO I, die later bijdroeg tot de gewapende interne strijd.
Opmerkelijk is ook dat de stoepranden in de Britse driekleur geverfd zijn.
Crown Liquor Saloon © |
Ulster freedom fighters © |
De
commissaris
Net als ik
me erbij heb neergelegd dat de medereizigers niet in staat zijn om een
interessant gesprek te voeren, krijg ik meer en meer contact met de man (met
echtgenote) aan de andere kant van het gangpad.
Het begint
met een fotopraatje: hij is voorzitter geweest van een fotoclub. Tijdens onze
open-dak-busrit door Belfast komen we na een fotostop allebei wat vroeg bij de
nog lege bus aan. Haast uit het niets komt hij met hét verhaal van zijn leven,
vertelt dat hij de oud-politiecommissaris van Aalst is en zich erg schuldig
voelt omdat hij een vriend-agent op patrouille stuurde naar de wijk waar een
overval op Colruyt plaatsvond (nov. ’92) waarbij deze laatste en zijn partner
omkwamen. Het was bovendien niet zomaar een collega. In die tijd deden ze samen
aan bergbeklimmen (4.000m-toppen) en had de omgekomen man enkele keren het
leven van de commisaris gered.
‘Ik heb daar
nooit over kunnen praten’, zegt hij en die uitspraak voelt als een cadeau…
Belfast - door muren muren gescheiden © |
Wonen tegenover de Peace Wall © |
De chauffeur vertelt dat nieuwe sociale
woningen leeg blijven omdat niemand hier wil wonen. We staan aan de peace wall, een wat overdreven benaming
voor een scheidingsmuur onder hoge staaldraad waarop enkele vredesboodschappen
te lezen zijn. Zo ziet vrede in Noord-Ierland eruit: broos en wantrouwig.
Vredesboodschap op de Peace Wall © |
Hij vertelt ook dat, in geval van afscheiding
van de Britse kroon, veel banen in de administratie en de dienstensector zullen
verdwijnen. En de economie heeft al te lijden van de uittocht naar lage
loonlanden. Winnen de principiëlen of de pragmatici Veel zal duidelijk worden
bij de verkiezingen volgend jaar. Volgens de prognose zal Sinn Fein winnen.
Ik vraag hem of we daarnet de Maze-gevangenis
gezien hebben. ‘Die werd afgebroken’, zegt hij, ‘niet omwille van de pijnlijke
herinnering maar om de dure grond voor andere doeleinden te kunnen gebruiken’.
Ik heb een beetje mijn twijfels maar kan me vergissen.
Tijdens het laatste stuk van de rit staat mijn
hart bijna stil. Boven in de openlucht kunnen we de commentaarstem van Wilfried
bijna niet horen. Gelukkig ben ik rechts aan het fotograferen als ik de naam
Bobby Sands hoor… en druk net op tijd af om de belangrijkste fresco van Belfast
op te slaan. Oef!
In 1981 wordt IRA-strijder Bobby Sands opgesloten in de beruchte Maze-gevangenis. De Britse regering heeft de politieke status van alle para-militairen ingetrokken (b.v. het recht om eigen kleren te dragen). Tegendraads gedrag van hem en zijn medestanders wordt beantwoord met extreel lichamelijk geweld van cipiers en ordetroepen.
Maar onderwerping staat niet het IRA-handboek. Ze spreken af om één voor één in hongerstaking te gaan. Sands, die de rij zal openen, heeft vooraf een ethisch gesprek met een geestelijke.
‘Als god je niet straft voor je zelfmoord, dan zeker voor je arrogantie’, zegt de priester.
‘Je weet niet meer wat leven is.’
Eén van de replieken van Sands is veelbetekenend:
‘Vroeger was ik een veldloper. Aan de finish moesten ze me tegenhouden, anders liep ik door.’
Tijdens de laatste 20 minuten van de film wordt er niet meer gepraat, ook niet door zijn vrouw en ouders die hem komen bezoeken.
Na iets meer
dan twee maanden overlijdt hij. Nog 9 medestanders volgen zijn voorbeeld.
Uiteindelijk willigt de Britse regering alle eisen in zonder formeel toe te
geven dat de politieke status opnieuw verleend werd.
Sommige
vrijheden hebben een torenhoge prijs…
Graf van Bobby Sands op Milltown Cemetery Belfast © PPCC Antifa |
Even later zijn we opnieuw in het centrum, zien een nog groter gerechtshof dat omringd is door hoge muren. Op die manier konden bomauto’s niet bij het gebouw.
Zelfs nu nog zijn de politiewagens die we
tegenkomen zwaar gepantserd.
Terug in het hotel bekijk ik ongerust de
laatste reeks foto’s. Tot mijn verbazing blijven er heel wat interessante
plaatjes over… als je de fototechnische normen wat ruim toepast. En Bobby staat
er keurig op.
Bobby Sands mural © |
’s Middags hebben we vrije tijd die ik gebuik
om in het centrum rond te wandelen. Het contrast met de buitenwijken is groot:
op deze zonnige dag wordt er geluierd in de groenzones, gewinkeld in het blitse
shopping center, met los hangende das geflaneerd en worden er buiten voor de
pubs staande grote glazen bier gedronken.
Ik bekijk de schitterende City Hall van binnen, vind er een historische tentoonstelling en
zelfs een knusse koffieshop. Aan de overkant ligt de goed gestoffeerde
toeristische dienst waar ik een leuke dvd en digitale postkaarten van de
muurschilderingen koop. Even verder ligt Waterstone’s. Zouden ze hier dezelfde
boeken hebben als in Brussel ? Ja, hoor. Belfast ontsnapt niet aan de
globalisering van het boekbedrijf, zij het met wat extra aandacht voor de Ierse
schrijvers.
Voor de zon ondergaat struin ik nog even door
de’verboden’ protestantse wijk. Wat niet mag, trekt aan. Mensen groeten me, een
vrouw vraagt of ze een foto van me moet maken voor de grote graffiti naast het
hotel. De argwaan lijkt mee te vallen, op een paar onderzoekende blikken na.
Dieper in de wijk is het misschien een ander verhaal. Ergens zit een familie
buiten, nagenietend van de warme dag. Een jongetje in oranje (!) voetbalkledij
rent heen en weer. Achteraf heb ik spijt dat ik geen praatje heb gemaakt. De
reis is rijk maar het echte leven is elders.
Sweet dreams 5
Nog een nacht in het Days hotel. Met twee wekkers
en de gsm naast me slaap ik toch onrustig, bang om de ontbijtafspraak van
7.00u. te missen. Er wachten ons veel kilometers morgen.
Dag 6 : Hoe minder prikkels, hoe
rustiger de geest
Het blijft goed weer, een prettig gegeven op
deze natuurdag. Het is zo’n dag waarop je wenst dat fotograferen vanuit de bus
acceptabele beelden oplevert. Maar je weet dat het kader moeilijk af te bakenen
is, dat de ruiten reflecteren en het glas al vrij vuil is. De commissaris
blijft het erop wagen. Als je met pensioen bent, heb je de tijd om je foto’s
stuk voor stuk ‘schoon te vegen’. Om de haverklap wijzen we: ‘Heb je dat
gezien?’ Oh, kijk daar eens!’. Ook vandaag realiseer ik me hoe vol België is.
We volgen de maagdelijke oost- en noordkust,
ik droom van een huisje in een stille baai en voel me, ondanks het stadsgewoel
van Belfast, met de dag rustiger worden.
In Ballycastle, een kustplaatsje met kleurige
huizen en een plezierhaventje keuvel ik wat met de dienster van het
plaatselijke hotel. Niets zit haar mee vandaag, zucht ze. Mijn bestelde koffie
mag ik vergeten omdat ze de machine niet aan de praat krijgt. Voor de
surrogaatbestelling – een kopje slappe thee – hoef ik maar één euro te betalen…
een soort van schadeloosstelling. Waar maak je dat nog mee?
Terug in de bus vraagt de commissaris, die
zich steevast, in plaats van koffietjes te drinken, gedisciplineerd op het
fotograferen stort, of ik de driemaster in de naburige baai gezien heb? Hij
toont trots de geslaagde foto. Helaas…
De bibberbrug van Carrick-a-Rede © |
Op naar Carrick-a-Rede, het bibbermoment van
de reis. Na een wandeling van een kwartier langs de rotskust kom je uit bij een
hangbrug die naar een eilandje leidt. Onder de brug zwemmen in de paringstijd
scholen zalm naar de rivieren. De zalmvisserij is aan strikte regels gebonden
om het uitsterven van de soort te voorkomen. De brug, die uit planken en koord
bestaat, hangt 25m boven de grond. Ik stap zo snel mogelijk, zonder naar
beneden te kijken, over de onstabiele constructie. Het gebeurt dat iemand niet
meer terug durft te lopen en een helicopter de bangerik van het eilandje moet
komen plukken.
Geef mij maar het rustige genieten van de wind in de haren, het schuimige sop, de aanvliegende zeekoeten die hun nesten bouwen in de rotsen. Wilfried heeft hier wel eens papagaaiduikers gezien maar hij weet niet meer in welk jaargetijde. Deze vogels vangen in de vlucht sardientjes die ze naar hun jongen brengen in holachtige nesten bovenop de cliff.
Er zweven sierlijke, zwarte vogels door de
lucht, gierzwaluwen, denk ik.
Geef mij maar het rustige genieten van de wind in de haren, het schuimige sop, de aanvliegende zeekoeten die hun nesten bouwen in de rotsen. Wilfried heeft hier wel eens papagaaiduikers gezien maar hij weet niet meer in welk jaargetijde. Deze vogels vangen in de vlucht sardientjes die ze naar hun jongen brengen in holachtige nesten bovenop de cliff.
Papagaaiduiker © Freddy H. |
Met een frisse kop stappen we op en rijden
naar de Giant’s causeway (de wandelweg
van de reus), een benaming die gebaseerd is op één van de vele Ierse
legenden.
‘Dit is het grote fotomoment van de reis’,
gniffelt de commissaris.
De causeway
bestaat uit drie natuurlijk gevormde dammen van duizenden, meestal zeshoekige
zuilen vulkanisch gesteente. Dit natuurwonder staat op de Unesco
Werelderfgoedlijst. Misschien ligt het aan mijn vrouwelijke psyche maar ik word
er niet warm of koud van. Het lijkt allemaal veel bescheidener dan beloofd.
Later is dat ook te zien aan de inspiratieloze foto’s.
Hoewel de mannen van de groep naar het
nabijgelegen Bushmills zouden willen gaan – daar wordt de beste Ierse whisky
gestookt – houdt Wilfried de touwtjes strak in handen en laat ons nog even
‘los’ bij de 13de eeuwse kasteelruïne Dunluce
waarvan sommige muren vervaarlijk boven de rotsen hangen.
Bij de Giant’s causeway © |
En dan komt het moment suprême van de dag. Hoewel er geen stadsbezoek aan Derry
geprogrammeerd is, belooft onze reisleider een wandeling over de vestingmuren
van waar je een panoramisch zicht hebt op de Bogside-wijk. Ik veer recht, de
adrenaline jaagt door mijn aders. Er gaat niets boven een cadeautje waar je
niet op gerekend hebt! En wat voor één…
De
Noord-Ierse ‘pasionaria’
Bernadette
Devlin liet voor het eerst van zich horen in ’68 bij het begin van de
burgeroorlog. De bevlogen studente werd al snel de jongste Britse
parlementariër ooit.
Ze voegde
daden bij haar woorden en ging voor maanden de gevangenis in voor haar aandeel
in de Battle
of the Bogside¹, een aanvaring met de
ordetroepen in de katholieke Bogside-wijk
van Derry.
¹Bog=moeras.
Boglands zijn wijd verbreid op het eiland en gaan vaak gepaard met turfgrond.
Terwijl Wilfried de groep eerst meeneemt naar
het stadhuis dat een zeer indrukwekkend interieur heeft, vraag ik hem de weg
naar de muur en laat de anderen enigszins perplex achter. Ik ren de trappen op,
wil elke minuut gebruiken om me te realiseren waar ik ben en mijn geluk kan
niet op als ik even later recht tegenover de haast fetisjistische
muurschildering sta waarop Devlin in een megafoon praat. Zoals je hout inlegt
voor een lange winter, zo maak ik foto na foto, ook om het arbeiderskarakter
van de wijk vast te leggen.
Bernadette Devlin in Derry © |
Bloody Sunday, een film van
Paul Greengrass (2003)
Bloody Sunday is een zeer zwarte
bladzijde in de geschiedenis van Noord-Ierland. Op 30 januari ‘72 organiseert
mensenrechtenactivist Ivan Cooper, zelf van protestantse origine en daarom door
een aantal burgers als verrader getypeerd, een vreedzame mars in Derry.
De verboden
betoging loopt uit de hand omdat beide partijen zich geprovoceerd voelen.
Cooper en zijn stewards kunnen de
jonge heethoofden niet in bedwang houden. Het Britse leger heeft para’s als snipers opgesteld. Wie wapens heeft is
sterker dan stenengooiers. Er worden 27 betogers neergeschoten waarvan er 14
het niet overleven.
De gezichten
van de omgekomen betogers © yakshini
Na de battle of Bogside is er nu the Bogside massacre. Het drama leidde tot een toestroom van vrijwilligers bij
de IRA.
In ’83 bracht U2 de protestsong Sunday, bloody Sunday uit.
‘When
fact is fiction and tv reality’
Ook Lennon
en McCartney, beiden van Ierse afkomst, zetten hun verontwaardiging op muziek.
‘How dare you hold to ranson, a people
proud and free
Keep Ireland for the Irish, put the
English back to sea.’
(en
toch verkochten ze nog veel platen nadien…)
Als de anderen komen aangeslenterd, hoor ik het nieuws over de doodgeschoten magistraten in Brussel. Noord-Ierland extremistisch??
Rond de naam Derry is er getouwtrek. Het is de
oorspronkelijke Ierse naam die door de Britten werd veranderd in Londonderry.
Compromisfiguren noemen de stad Strokecity naar het streepje dat je soms ziet
in London-Derry. Even over de grens in de Ierse republiek geven de bussen en de
richtingborden opnieuw Derry aan.
No surrender = leuze van Derry
Dateert van de 17de eeuw en wordt vooral door de unionisten gebruikt om
duidelijk te maken dat ze niet zullen buigen voor de nationalisten.
Na deze zeer lange, opwindende dag strijken we neer in Letterkenny. In het inforekje bij de hotelbalie vind ik folders die Free Derry walking tours (in de Bogside) aanbieden. Volgens dezelfde brochuurtjes worden dit soort wandelingen in Belfast zelfs georganiseerd door de Political ex-prisoner community. Mijn hart bloedt ! Zou iemand van hen onze bus kunnen saboteren zodat ik nog even kan blijven…?
Sweet dreams 6
Hotel Ramada: opnieuw luxe! De donsdeken is
dubbeldik want enkele dagen geleden was het hier 9°C.
Dag 7: Een anti-stresskuur
We zijn het niet meer gewoon maar met de
regenkap op trekken we een sprintje naar de bus. Volgens de BBC is er beterschap
op komst. Die is welkom want vandaag bezoeken we het Glenveagh National Park, een uitgestrekt natuurgebied dat een
einde-van-de-wereld-gevoel oproept.
Kasteel Glenveagh © |
In het midden ligt een langwerpig meer met
zalm, forel, kikkers, otters... De heuvelflanken zijn het terrein van herten,
vossen, dassen, hazen, valken, plevieren, korhoenen, strandlopers… en sinds
kort ook weer adelaars. De laatste jaren loopt er een project om van de adelaar
opnieuw een vaste bewoner te maken. Daarom worden er jonge dieren uit Schotland
gehaald en, op hoop van zegen, uitgezet in Glenveagh.
In de zure, moerasachtige gedeelten vormt er
zich turf en in het droger moeras groeit er heide, mos en bies.
Het is een absolute stilteplek waar je sereen
mee hoort om te gaan en eigenlijk alleen het gezelschap van een zielsverwant
kunt verdragen.
Gelukkig slagen de meeste foto’s, vooral die
van de bonte tuinen met de mysterieuze beelden. Die maken deel uit van het
kasteel aan de oever van het meer
Glenveagh © |
Tijdens WO II verbleven Belgische
vluchtelingen in het kasteel. The Belgian
walk in de omgeving herinnert hieraan.
‘s Middags nemen we nog een kijkje in het Ulster American Folk Park, een soort Bokrijk dat aan de Ierse
diaspora is gewijd. In de 19de eeuw trof hongersnood als gevolg van een
aardappelziekte de boerenbevolking. Er vielen honderdduizenden slachtoffers,
anderen emigreerden, o.m. naar de VS. In
dit openluchtmuseum kun je een replica zien van het schip (zo klein?) waarmee
ze de overtocht maakten. Verder veel Ierse en Amerikaanse nagebouwde
plattelandshuizen. Hoewel de huizen mooi in het bos verspreid liggen en,
ondanks het afnemende licht, aardige foto’s opleveren, loop ik niet erg warm
voor dit bezoek.
Sweet dreams 7
Clarion hotel Dublin: een king size bed… helaas gaat de wekker om 6.45u.
Dag 8: Nog even dromen…
Een stralende dag! Op de boot naar Holyhead is
het iets rustiger dan afgelopen zondag. Toch is het een verademing om even
later te worden opgenomen in het weelderige groen van Snowdonia. Even rijden we zij aan zij met de toeristische
stoomtrein die net als wij op weg is naar Llangolan. Maar wij houden eerst nog
halt in het schilderachtige Betws-y-Coed waar ik een droomhotelletje en een
romantische B&B digitaal vastleg. Wie weet…
In het bureau voor toerisme word ik
aangesproken alsof ik de enige bezoeker in dagen ben. Wat zal ik deze
persoonlijke service missen…
Sweet dreams 8
Whitehouse hotel in Telford: Voor de laatste
overnachting heeft Wilfried iets bijzonders uit zijn hoed getoverd. Dit hotel
is aan een rugbystadion verbonden. In het restaurant eet je als een VIP met
uitzicht op het veld en de tribunes. Telford United is… een amateurclub.
Best
pitch in the league, zegt de receptionist.
Ik wil het graag geloven.
De reis zit erop. De wegen zijn
zondags-rustig. Als toemaatje glijdt het stadion van West Bromwich (Birmingham)
voorbij en dan wordt het echt kilometer vreten tot Dover. De commissaris leest een thriller van Clive
Cussler. Ik zit wat wezenloos voor me uit te staren,
mijn hoofd barst van de beelden, mijn emoties zijn als een overlopende emmer.
Er is nu geen plaats voor een boekverhaal.
Deze tocht heeft mij in mijn ziel getroffen.
Deze tocht heeft mij in mijn ziel getroffen.
En de commissaris? Die vertrekt volgende week opnieuw naar Ierland voor de
klassieke rondreis… met Wilfried, of
course!
De controle over de politie is al heel lang een omstreden
kwestie. Vorig jaar nog lagen de (protestantse) Democratisch Unionistische
Partij – van Ian Paisley – en het (katholieke) republikeinse Sinn Féin daarover met elkaar overhoop.
Bijna een half jaar lag de regionale regering, waarvan beide partijen sinds mei
2007 deeluitmaken, stil. Vorig najaar werd er uiteindelijk een akkoord bereikt.
Op 15 juni biedt de Britse
regering haar excuses aan voor de slachtoffers van Bloody Sunday. Tussen de vestingmuren en het stadhuis stromen de
inwoners van Derry samen. Hun kreten houden het midden tussen pijn en
blijdschap.
(juni 2010)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten