Het honingkleurige eiland
Motto van de reis
'Een reis is geen remedie. Hij brengt een illusie van verandering...'
Colin Thubron
Open landschap op Gozo ©
De naam Malta werd door de Feniciërs bedacht.
Zij noemden de kleine archipel (Malta, Gozo en Comino) Malet, wat veilige haven betekent.
|
Wie een beeld van Malta oproept, ziet onmiddellijk de goudgele zandsteen waaruit huizen en kathedralen, vestingmuren en trapstraatjes sinds eeuwen opgetrokken worden. Malta is een cultuur-historische bestemming, een ontdekkingstocht in het spoor van de kruisridders en een confrontatie met het gewelddadige lot van een eiland op het kruispunt van handelswegen en in het oog van oorlogscenario’s. Wie verlangt naar veel open ruimte of glooiende landschappen, zoekt beter een ander reisdoel. Als er meer dan 400.000 mensen op een oppervlakte van 246km² leven, dan blijft er weinig bewegingsvrijheid over. Tel daarbij nog de ingevlogen toeristen en zakenlui… en je kunt het grootste deel van Malta ‘vol’ noemen.
Natuurlijk is er nog het kleine zustereiland Gozo - een 20 minuten durende boottrip verder - dat ongerepter, authentieker en dus nog katholieker is.
Overal vind je religieuze symbolen © |
Zwerfpoezen doen zich te goed aan een gratis maal © |
Dag één. ’s Ochtends rond een uur of tien komt er een dame met een hond en een voorraad kattenvoer voorbij, het startsein voor de zwerfkatten om uit hun schuilplaatsen weg te spurten en zich op de gratis brokken te storten.
De eerste middag legt de hotelmanager, een oud politieambtenaar uit Gozo, me uit welke hoogtepunten ik vooral niet mag missen. En als ik op een plek met uitzicht wil zitten, dan hoef ik maar naar het dakterras op de 7de verdieping te gaan. Op de eerste tropische dagen van mijn verblijf waait daar een lekker briesje en glinstert het blauwe water rond St-Paul's island. Platte daken met waterreservoirs en kurkdroog land liggen er als een cirkel omheen (het heeft vier maanden niet meer geregend en het zeewater is deze zomer 3° warmer!).
’s Avonds hult de zon er zich in een rode waas en verlaat de dag.
Waterreservoirs op de daken © |
St. Paul's island
Volgens de bijbel zou apostel Paulus op dit kleine eiland schipbreuk hebben geleden en van die gelegenheid gebruik gemaakt hebben om het christelijke geloof te verspreiden op Malta. Aan de meer dan 350 kerken en kapelletjes te zien, is hij daar aardig in geslaagd! De godshuizen vormen het sociale en culturele hart van de Maltese archipel. De mooiste zijn gebouwd tijdens de bloeiperiode van de Italiaanse barok in de 17deen 18deeeuw.
St.Paul's island in de verte en een lelijke modernistische kerk op de voorgrond © |
De koepelkerk van Mosta © Scriptor
De eerste stop is Mosta, bekend om de 37m brede kerkkoepel die vanuit alle hoeken van het eiland te zien is. Maar de grootste faam heeft het godshuis te danken aan een wonder dat tijdens de Tweede Wereldoorlog plaatsvond. Terwijl de kerk vol zat met gelovigen werd ze getroffen door drie bommen. Twee ervan ketsten af en een derde ging door de koepel heen maar explodeerde niet. Voor de diep religieuze Maltezen kon dat alleen maar dankzij de goddelijke hand...
Een eindje buiten de stad zien we glasblazers aan het werk... alsof het nog niet warm genoeg is. Dit ambacht zou voor het eerst door de Feniciërs beoefend zijn en via dit handelsvolk naar Malta zijn gebracht. Een paar kilometer verderop houden we even halt bij een vroegere legerbasis waarvan de barakken een fleurig tintje gekregen hebben. Voortaan worden hier allerlei ambachtelijke producten (zilver- en goudsmeedkunst, keramiek, wol...) te koop aangeboden. Voor wie zin heeft... ik maak liever enkele omgevingsfoto's.
Via een ommetje naar de 250m-hoge Dingli cliffs aan de rustige zuidkant van het eiland en een zicht op een ridderkasteel (als ik het goed onthouden heb, nu het zomerhuis van de president), rijden we richting Mdina.
Tijdens de lunch zit een ouder Luiks echtpaar naast me. Het zijn de mensen die we vanochtend hebben opgehaald bij het vijf (zeg maar zes) sterrenhotel Radisson Sas. 'Welk soort mensen voelt zich geroepen om zich door dit soort buitensporige luxe te laten omringen?' vroeg ik me toen af. In dit geval wordt het vrij verrassende antwoord mij in de schoot geworpen. 'We hebben een bakkerij annex kruidenierszaak gehad', vertelt de vrouw. Sept jours sur sept, voeg ik er begrijpend aan toe. Oui, zegt ze, et cinq enfants. In dat geval mag de verwennerij enigszins over the top zijn, vind ik. Het is ze gegund.
Aan de andere kant van mij zit een familie uit Melle, ouders met een zwijgzame tienerzoon die zich een beetje verloren voelt op deze wat bezadigde bestemming. Ik vertel hem de geschiedenis van de ridders en suggereer dat die bruikbaar is voor een spreekbeurt op school.
De ridders van Malta
Op het dak van het vroegere hospitaal van de ridders in Valetta © |
Ze worden ook de Hospitaalridders genoemd, een naam die verwijst naar hun oorspronkelijke taak: het verzorgen van pelgrims in Jeruzalem (vanaf de 10deeeuw). Toen ze ook de bescherming van die pelgrims op zich namen, kreeg de orde er een militair aspect bij. Uit dank voor bewezen diensten ontvingen ze schenkingen, onder meer van Gottfried van Bouillon. De oprukkende Turken verdreven hen uit het Heilig Land en later ook uit Cyprus en Rhodos. Ze zwierven nog een aantal jaren door Zuid-Italië tot ze in 1530 een nieuwe thuis vonden in Malta, een geschenk van Karel V. Tijdens hun 250-jaar lange bewind gaven ze de eilandengroep het architectonische gezicht dat we tot op vandaag kunnen zien. In 1789 werden ze door Napoleon, die een hekel had aan geestelijke ridderorden, uit hun macht ontzet. Maar dat hadden ze ook aan zichzelf te danken. Hun stoerheid had tegen die tijd plaats geruimd voor decadentie.
De grootmeester van de Orde van Malta heeft de status van soeverein staatshoofd - zij het nog louter formeel - en binnen de rooms-katholieke kerk heeft hij de rang van kardinaal.
Het achtpuntige Maltezer kruis is nog steeds het symbool van de orde.
Mdina betekent 'ommuurde stad'. Het is één van de best bewaarde middeleeuwse steden in Europa, Unesco-erfgoed in zijn geheel. Er mag dus geen steen verlegd worden. Deze oude hoofdstad werd door de Maltezen gebouwd, lang voor de ridders arriveerden. Vanaf 870 trokken de Arabieren stadsmuren op rond de Romeins-Byzantijnse kern. Toen de Johannieters op het toneel verschenen, verloor Mdina haar status van hoofdstad ten voordele van Valletta. Maar echte rampspoed kwam in de vorm van een pestepidemie en twee aardbevingen. De Franse tijd was evenmin een pretje: de troepen van Napoleon roofden er de kerken leeg. Toen de maat vol was wierpen inwoners de commandant van het balkon en dat was meteen het startschot voor het verzet tegen de Fransen. Met de hulp van de Britten was de rol van Bonaparte snel uitgespeeld.
Het huidige stadsbeeld wordt in aanzienlijke mate bepaald door de palazzi en barokkerken uit de 18de eeuw. Maar als je door de smalle, kronkelende steegjes loopt en naar de minuscule raampjes in de dikke muren kijkt, waan je je gegarandeerd in de middeleeuwen. In die tijd kreeg een eiland geregeld ongewenst bezoek van piraten. Je moest je dus kunnen verschansen in je eigen huis en hopen dat het labyrintische stratenplan de indringers zou vangen als een spin haar prooi in een web.
Opmerkelijk is trouwens dat ook machthebbers - zoals bijvoorbeeld de Johannieters en de Ottomanen - zeepiraten 'in dienst' hadden. Die droegen een deel van de buit af waaronder vaak slaven die de galeien moesten bezetten.
De geschiedenis van Mdina wordt summier maar overzichtelijk in beeld gebracht in de documentaire The Mdina experience, het kleine broertje van The Valletta experience, waarover later meer.
Dag drie staat helemaal in het teken van Gozo. Als ik de hoteldeur opentrek zie ik dat Gerrit al op post is. Hij heeft zijn auto even verderop geparkeerd en wacht, net als ik, op de minibus die met andere gasten vanuit het zuiden komt. Zoals zo vaak is er weer een verkeersinfarct rond Valletta, wat ons de gelegenheid geeft om bij te kletsen. Hoewel hij Nederland wel mist, het nieuws in woord en beeld volgt via internet, is hij niet van plan ooit nog terug te gaan. We hebben het over FC Twente, Preud'homme, lachen om Johan Boskamp die de namen van de voetballers niet kan onthouden... maar praten ook serieus over de toestand op Sicilië, een bestemming op 100km van Malta. 'Armoede', zegt hij. 'Niemand wil investeren omdat er geen rechtszekerheid is. Er is niet alleen de maffia, ook het locale bestuur is ondermaats. Op het platteland merk je niets van de georganiseerde misdaad maar in Palermo zijn er wijken waar ik niet durf te gaan wandelen. Toch zijn er wel handelaars die zich verenigen om aan de chantage van de criminelen te ontsnappen... dat gaat een beetje op en af.'
Uiteindelijk draait het rode busje met chauffeur Peter - from Leeds and very phlegmatic - toch ons straatje in. Als we, even later, vrezen de afspraak met de ferry te missen, wenkt een beambte ons uit de aanschuivende rij naar voren en mogen we het laatste plaatsje in de buik van de boot innemen. Zou ook dit de hand van god zijn...?
Hoewel de Gozitanen lang als provinciaal bekeken werden, zijn zij nu, financieel en qua levenskwaliteit, beter af dan hun Maltese buren. Ook onder de Britten waren de gezinnen hier kinderrijk. En omdat Australië, aan de andere kant van het imperium, bevolkt moest worden, bood de kolonisator hen een gratis overtocht aan. De uitgeweken Gozitanen deden er goede zaken en velen keerden met een volle bankrekening terug naar het moedereiland.
Bij het binnenrijden van Victoria (cf. the queen) - door de inwoners nog steeds terecht Rabat genoemd - valt het me op dat er twee opera's zijn. De ene is verbonden aan de harmonie van de kathedraal, de andere aan die van de St. Jorisbasiliek (Hé, mijn grootmoeder woonde in de St. Jorishoeve). Wat dat zegt over volle zalen, is nog maar de vraag. Ergens lees ik dat er toch vaak Italiaanse solisten van topniveau optreden.
Het beleg van de Turken
Bevelhebber Jean Parisot de la Valette gaf zijn naam aan de stad
Een herdenkingsteken in een parkje © |
In 1565 stuurde de Ottomaanse sultan Souleman II een vloot van 181 schepen en 40.000 manschappen naar Malta. Het Ottomaanse rijk bevond zich op een hoogtepunt en was een reële dreiging voor West-Europa. Wie over de Straat van Sicilië heerste, had de handelsroute van oost tot west in handen. In het fort van St. Elmo werden de agressors opgewacht door 600 ridders en 8.000 man voetvolk.
Er werd meedogenloos gevochten: de Turken nagelden de dode Maltezen op een kruis en lieten ze drijven op het water; de ridders schoten de hoofden van hun prooien met het kanon naar buiten.
Na tien weken strijd dreigden de christenen de slag te verliezen maar net op tijd kwamen er hulptroepen uit Sicilië. De vijand was bovendien gedecimeerd door ziekte en gedemoraliseerd.
In de periode na het Grote Beleg stroomde er, bij wijze van dankbetuiging, veel geld vanuit Europa naar Malta.
Het Grootmeesterspaleis © |
Dag vier, tijd om naar Valletta te gaan. Om het kwartier gaat er vanuit Bugibba een lijnbus naar de hoofdstad. De folkloristische, vijftig jaar oude exemplaren met de kleine stoeltjes, die zo uniek waren voor Malta, werden verleden jaar uit roulatie genomen. 'We hebben nu airco', zucht de hotelmanager tevreden.
Omdat de bus alle dorpen en stadjes in het centrum bedient, rijdt ze in een grote boog naar haar eindbestemming, een ritje van uur.
Nu goed voor het museum! |
Als je nog nooit in Valletta bent geweest, dan kun je best eerst op de bonnefooi rondstappen, links, rechts en omhoog kijken, een trapstraatje nemen en al eens uitzoeken waar je de overzetboot moet nemen om naar Sliema te gaan, het vertrekpunt van de niet te missen Harbour Cruise. Het algemeen uitzicht van de stad verrast me niet. Dat heeft te maken met het herkennen van de typische architectuur zoals die ook al te zien was in Mdina en Rabat: veel gesloten erkers en open balkons, heiligenbeelden in nissen en natuurlijk de eeuwig terugkerende zandsteen.
Het verbaast me wel dat er zo weinig zichtbare Engelse symbolen zijn. Ik kom niet verder dan een rode brievenbus en telefooncel, een winkel die The Wembley store heet en het links rijden. De Britten maakten indertijd dankbaar gebruik van de vraag om Napoleon te verdrijven. Het openhouden van de zeevaartroute in de richting van Indië was voor hen van kapitaal belang.
Gesloten erkers zijn niet noodzakelijk Arabisch van oorsprong (dixit Gerrit) © |
Zuid-Europa kan verzorgd zijn maar ook een beetje 'schmutzig' © |
In het hart van de stad ligt de kathedraal... die vandaag gesloten is (Is de zondag niet 'de dag des Heren'??) en het Grootmeesterspaleis. De ridders die uit alle hoeken van West-Europa kwamen leefden per nationaliteit in statige auberges, waarvan er enkele in Valletta te zien zijn. Hun leider werd Grootmeester genoemd en woonde nog iets ruimer en chiquer, in de Radisson van die tijd, zeg maar. In de Britse periode was het de woonst van de gouverneurs en sinds 1976 heeft de Maltese president er zijn werkvertrekken.
Wie zin heeft kan binnen in het paleis het Arsenaal bezoeken, een verzameling 16de en 17de eeuwse wapenuitrustingen en harnassen.
De Neptunushof van het Grootmeesterspaleis © |
Op de kop van het schiereiland ligt het St-Elmofort waar de titanenstrijd tussen 'het kruis en de koran' geleverd werd. Helaas is het niet open voor bezoekers. Ik heb de indruk dat het aan onderhoud toe is. Eigenlijk is er in relatie tot het aantal Maltezen en vooral gespecialiseerde arbeidskrachten teveel patrimonium om in ere te houden.
Vlakbij, in het voormalige hospitaal van de ridders, ga ik kijken naar The Malta Experience. Drie kwartier lang krijg je een mooi gepresenteerd overzicht van de geschiedenis, opgebouwd rond de invalshoek 'De verandering kwam steeds uit de zee'.
Aan het eind wordt de impact van de Tweede Wereldoorlog getoond. Omdat de diepe havens van Malta als uitvalsbasis voor aanvallen op vijandelijke schepen dienden, mocht het eiland niet uit handen gegeven worden. 154 dagen en nachten werd de kleine rots door de Luftwaffe bestookt, 2.000 luchtaanvallen in totaal. Net op tijd kregen de Spitfires het overwicht in de lucht. Koning George VI kende het hele eiland het George Cross, de hoogste Britse onderscheiding voor burgermoed, toe. Het kruis wordt sindsdien in de vlag gevoerd.
De Maltese vlag met het George Cross © |
Het is nog een heel warme dag geweest maar nu betrekt de lucht en dreigt er onweer. Ik besluit iets vroeger dan gepland terug te keren.
Tegen de tijd dat ik uitrust op mijn balkon, begint het in de verte te rommelen en schieten er horizonbrede lichtflitsen voorbij. Wat later is het onweer boven ons en ergens midden in de nacht dient zich een tweede aan. Zuiderse onweders knallen nog net iets harder dan die wij hier gewend zijn.
Wie bij een nazaat van een ridder op bezoek wil gaan, moet zich melden op de kop van het schiereiland Vittorioso. Of de high tech-zeilboot, die voor de deur ligt, ook van hem is, valt te betwijfelen.
Als ik terug in de taxiboot zit, pakken zéér donkere wolken samen. Ik besluit om nog snel een koffie te gaan drinken onder de arcaden van het Grootmeesterspaleis en dan de bus terug te nemen. Maar het onweer beslist daar anders over. Samen met een resem andere toeristen strand ik bij het terrasje dat in een mum van tijd in de plassen staat terwijl het gebouw trilt op z'n grondvesten. Don't worry, zegt de ober, it was built by the knights! Als een uurtje later de hemel tot bedaren is gekomen, haast ik me naar het busstation... een plan dat gedeeld wordt door vééél reizigers... en geen bussen. We staan minstens drie kwartier te drummen in een wachtrij terwijl de hemelsluizen opnieuw opengaan. Toch wil niemand zijn plaats in de rij opgeven. Er zijn wel drie of vier bussen nodig om iedereen naar huis te brengen. De nachtmerrie wordt nog groter als eindelijk de eerste 31 komt aangereden en de wachtenden in de buitenste cirkels ons in de richting van de bus beginnen te duwen. Op een gegeven moment zit ik klem tussen het voertuig en de mensenmassa en kan geen kant op. 'Zo gaat dat dus', denk ik, 'mensen die geplet worden door het gewicht van anderen.' Buiten mijn eigen wil om word ik de bus ingestuwd die snel vertrekt maar even gauw... voor een uur in de uitzichtloze files rond de hoofdstad terecht komt. Mijn benen en rug doen zo'n pijn van het lange staan dat ik op de vloer van het gangpad moet gaan zitten. Ik probeer me af te sluiten van de herrie, zet de koptelefoon op en verdiep me in de foto's van de voorbije dag.
Valletta-Bugibba is die avond een traject van bijna vier uur. Volledig murf laat ik me in de kussens van een bank in de bar zakken en drink de chardonnay iets te snel uit. Jeetje mina, wat een avontuur!
Neemt iemand het me kwalijk dat de laatste dag er één met een licht programma is geworden? Een langgerekt ontbijt in de patio, de zwerfpoezen groeten, lunch op het dakterras, boekje lezen, stukje schrijven voor het blog, beetje internetten en afscheid nemen van miss Barcelona, het kamermeisje dat de crisis in Spanje ontvluchtte... meer moest dat niet zijn.
Op de ochtend van het vertrek komt Peter uit Leeds weer met z'n rode busje voorrijden. Vanop de achterbank klinkt er een groet: gezellige mensen uit Visé, die nog wat langer hadden willen blijven.
Maar ook op Luqa Airport kun je iets meemaken. Er lopen prachtige hostessen rond, Arabische vrouwen om door een ringetje te halen. Aan één kant van het hoedje dwarrelt een stukje sluier naar beneden. Jordanië, gok ik... tot ze zich naar de desk van Dubai begeven. Hum, zou ik toch een keer...? In elk geval liever dan naar die andere aangekondigde bestemming: Lourdes.
In het vliegtuig zit ik tussen twee Maltese mannen, een oudere en een jonge. Allebei slaan ze een kruis als de piloot naar de startbaan taxiet. Dit eiland heeft me vaak aan mijn jeugd doen denken.
Is dit de was van een voetbalfan of van iemand die deelneemt aan één van de vele festiviteiten? © |
Het Maltees
De taal is ontstaan uit het Arabisch nadat de Arabieren Malta in 870 veroverden. Ook latere kolonialen en buren leverden een bijdrage aan het Maltees. Er zijn veel Italiaanse en Engelse leenwoorden in opgenomen. Zelfs Latijnse en Punische woorden bleven bewaard.
Sinds 1 mei 2004 is de taal een van de officiële werktalen van de EU.
Diakritische tekens zijn een kenmerk van het Maltees. Dat zijn schrifttekens die boven, onder of door letters lopen.
Op dag vijf laat ik me weer door een splinternieuwe bus (van Chinese makelij??) naar de hoofdstad brengen. Het is een druilerige dag en net nu zou ik op een boot willen stappen. Eerst even naar de kathedraal waar teveel mensen ook willen zijn maar de St-John's is 'incontournable'. De vloer is bijna helemaal bedekt met marmeren grafstenen van de ridders. Het is een lugubere aanblik: vele tonen een schedel of een compleet geraamte, alsof de dood moet worden uitgelegd. Wie het Latijn machtig is, kan een bijgevoegd curriculum van leven en wapenfeiten ontleden.
De taxiboot tussen Valletta en Sliema, het vertrekpunt van de Harbour Cruise © |
Een ander hoogtepunt is 'De onthoofding van Johannes de Doper', een echte Caravaggio met een subliem spel van licht en donker. Die kun je zien in het oratorium, de gebedsruimte achteraan in de kerk. Het is moeilijk voor te stellen maar de meester zou een tijd in fort St. Angelo (zie Harbour Cruise) gevangen hebben gezeten nadat hij een ridder beledigd had.
Met de boot langs de kathedraal en de vesting ©
|
Als ik in Sliema aankom trekt de lucht open en kan ik op het dak van de rondvaartboot gaan zitten, een ideale plaats voor een rond-om-rond-zicht en wisselende cameraposities. Omdat ik de eerste opstapper ben, is er nog tijd voor een praatje met de schipper. We had a small hurricane, last night, there's a lot of damage, begint hij. 'Maar de grootste schade wordt altijd door mensen aangericht', gaat hij filosofisch verder. 'Het is dramatisch gesteld met het visbestand. Franse en Spaanse schepen met gigantische netten slepen duizenden tonnen vis weg. En de kleine, onbruikbare exemplaren gooien ze opnieuw in het water... dood intussen. Kleine vissers zijn de dupe maar ook de dolfijnen die geen eten meer vinden.
Schets van de kreken rond Valletta |
De cruise is een must omdat je vanuit de zee een veel beter en vollediger beeld krijgt van de stad. De tocht doet de negen kreken aan maar stel je daar geen rotsstrandjes bij voor... het zijn havenarmen met forten, dokken en twee stadjes - Vittorioso en Senglea - die ouder zijn dan Valletta. Ze vormden de uitvalsbasis van de ridders tijdens het Grote Beleg. En je krijgt vanzelfsprekend een nauwkeuriger zicht op fort St.Elmo, fort St. Angelo (hoofdkwartier van de ridders én de Britten in WO II) en het industriële hart van de haven met het Chinese dok, een droogdok van vier verdiepingen, gebouwd door de Aziaten.
Op de kop van Senglea ligt fort Angelo © |
Reizen nodigt altijd uit tot... meer reizen © |
Het Inquisitiepaleis in Vittoriosa roept een benauwende gedachte op. Daar zwaaiden 250 jaar lang 62 inquisiteurs de meedogenloze scepter. Even hardvochtig ging het eraan toe in de gevangenisfilm Midnight Express of in Gladiator en Troy, allemaal prenten die voor een aanzienlijk stuk gedraaid werden in de Grand Harbour.
Fort Ricasoli, een filmset © |
De Maltese vlag wappert op de burcht van een hedendaagse ridder © |
Als ik terug in de taxiboot zit, pakken zéér donkere wolken samen. Ik besluit om nog snel een koffie te gaan drinken onder de arcaden van het Grootmeesterspaleis en dan de bus terug te nemen. Maar het onweer beslist daar anders over. Samen met een resem andere toeristen strand ik bij het terrasje dat in een mum van tijd in de plassen staat terwijl het gebouw trilt op z'n grondvesten. Don't worry, zegt de ober, it was built by the knights! Als een uurtje later de hemel tot bedaren is gekomen, haast ik me naar het busstation... een plan dat gedeeld wordt door vééél reizigers... en geen bussen. We staan minstens drie kwartier te drummen in een wachtrij terwijl de hemelsluizen opnieuw opengaan. Toch wil niemand zijn plaats in de rij opgeven. Er zijn wel drie of vier bussen nodig om iedereen naar huis te brengen. De nachtmerrie wordt nog groter als eindelijk de eerste 31 komt aangereden en de wachtenden in de buitenste cirkels ons in de richting van de bus beginnen te duwen. Op een gegeven moment zit ik klem tussen het voertuig en de mensenmassa en kan geen kant op. 'Zo gaat dat dus', denk ik, 'mensen die geplet worden door het gewicht van anderen.' Buiten mijn eigen wil om word ik de bus ingestuwd die snel vertrekt maar even gauw... voor een uur in de uitzichtloze files rond de hoofdstad terecht komt. Mijn benen en rug doen zo'n pijn van het lange staan dat ik op de vloer van het gangpad moet gaan zitten. Ik probeer me af te sluiten van de herrie, zet de koptelefoon op en verdiep me in de foto's van de voorbije dag.
Valletta-Bugibba is die avond een traject van bijna vier uur. Volledig murf laat ik me in de kussens van een bank in de bar zakken en drink de chardonnay iets te snel uit. Jeetje mina, wat een avontuur!
Neemt iemand het me kwalijk dat de laatste dag er één met een licht programma is geworden? Een langgerekt ontbijt in de patio, de zwerfpoezen groeten, lunch op het dakterras, boekje lezen, stukje schrijven voor het blog, beetje internetten en afscheid nemen van miss Barcelona, het kamermeisje dat de crisis in Spanje ontvluchtte... meer moest dat niet zijn.
Straatje in Rabat... en een lantaarntje © |
Maar ook op Luqa Airport kun je iets meemaken. Er lopen prachtige hostessen rond, Arabische vrouwen om door een ringetje te halen. Aan één kant van het hoedje dwarrelt een stukje sluier naar beneden. Jordanië, gok ik... tot ze zich naar de desk van Dubai begeven. Hum, zou ik toch een keer...? In elk geval liever dan naar die andere aangekondigde bestemming: Lourdes.
In het vliegtuig zit ik tussen twee Maltese mannen, een oudere en een jonge. Allebei slaan ze een kruis als de piloot naar de startbaan taxiet. Dit eiland heeft me vaak aan mijn jeugd doen denken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten