Dit blog is bedoeld voor familie en vrienden maar anderen mogen meegenieten...
De oudste verslagen zijn vrij summier en bevatten geen eigen foto's.

21 juni 2012

Dresden

Een opgepoetste historische vergissing

Een stenen man bovenop het Rathaus strekt in verbijstering zijn hand uit naar de stadsruïne
(bombardement 13 februari ’45)

Motto van de reis
‘Sommige steden zijn door hun historie zozeer een symbool geworden dat we de stad zelf haast vergeten. Halabja¹ is zo’n stad.’
Uit : Mijn jaar in Koerdistan - Suzanne Fischer
 ¹ Op 16.03.’88 voerden Iraakse vliegtuigen een chemische aanval op de stad uit.

Centrum Dresden © Scriptor
‘Voor je het weet ben je twee uur aan het praten’, constateert mijn reisgezel enigszins verbaasd om een uur of tien. ‘Vraag jij je ook altijd af wie er naast je zal zitten?’
Het gebeurt niet vaak dat ik op een busreis over geschiedenis, fotografie, muziek, politiek, quizzen… onderhouden wordt. Ik heb niet eens gehoord welke muziek er uit onze luidsprekers komt en dat kan absoluut geen kwaad. De klank staat trouwens erg stil want chauffeur Filip is een héél rustige man.
Kris daarentegen is een zelfverzekerde, praatgrage inwoner van ‘t stad die zich op werkdagen bezig houdt met het voorraadbeheer in de Coca Cola-vestiging.
Tijdens de volgende uren wisselt hij drukke praatjes af met de opmerking ‘Ik ga even
a-sociaal doen’ waarop hij zijn i-pod opzet en de ogen dicht doet. Hij haalt alle superlatieven boven om zijn vorige reis - naar het zuiden van Noorwegen - te benoemen, vertelt dat hij in een klassiek koor heeft gezongen maar ook naar metal-festivals gaat waar hij druk fotografeert. Met het verstrijken van de tijd wordt de conversatie wat dieper. We vragen ons af wat zinvol leven is en vinden dat je je dromen moet waarmaken. Voor Kris betekent dat laatste vooral: een lijstje maken met reisbestemmingen en afvinken. ‘Ik zou toch niet meer jong willen zijn’, besluit hij. Dat kan ik beamen. Ouder worden betekent voor de meesten ‘meer in evenwicht zijn met jezelf en de wereld, meer ballast overboord gooien en je tijd niet meer besteden aan dingen en mensen die er niet echt toe doen’. Dat laatste brengen we onmiddellijk in de praktijk. We besluiten dat we morgen niet met de groep naar het Grünes Gewölbe - de schatkamer van de Saksische vorsten - zullen gaan. Ik, omdat ik niet wild ben van voorwerpen in het algemeen, hij omdat hij niet van postuurkes houdt, wat op hetzelfde neerkomt. Kris heeft een kompas bij, hij kan dus alleen figuurlijk verdwalen in de stad.

Ingang boekhandel Neustadt © Scriptor
Middagpauze in de Raststätte Katzenfurt. Een furt is een doorwaadbare plaats, ook voor reizende mensen een noodzakelijke ravitailleringszone. In het zonnetje op het terras, wijdse blik over het platteland… ik heb het al eens gezegd, de Duitse autostrade is een beetje vakantie op zich. Kris gaat languit in het gras liggen en knijpt een oogje dicht.
Opnieuw in de bus haalt hij een klein fototoestel boven - ietwat fotograaf heeft er meer dan één - en maakt bijzondere wolkenfoto’s in zwart-wit. Wat later trekt hij de conversatielade opnieuw open en biedt mij een hoofdstuk grote oorlogen aan. Hij bezoekt graag slagvelden en aanverwante historische plekken. Ooit hoopt hij een bezoek te kunnen brengen aan Sebastopol in de Krim.

Sebastopol,
een andere oorlogsruïne
Tijdens de Krimoorlog (1854-1856) werd Sebastopol langdurig belegerd door Franse, Britse en Italiaanse troepen. Na 349 dagen viel de stad. Een jaar later kregen de Russen met het accepteren van de Vrede van Parijs de controle over de stad terug.
Tijdens WO II werd de stad gedurende 250 dagen belegerd door de Duitsers. Toen het Duitse leger Sebastopol op 1 juli 1942 innam, lag de stad volledig in puin. Tienduizenden Sovjetsoldaten waren gesneuveld en 95.000 krijgsgevangen genomen. Het aantal inwoners van Sebastopol was tot een zesde gekrompen. Heel wat burgers, waaronder ook joden, werden geëxecuteerd.

Ondanks de verhalende afleiding kruipen de laatste uren voorbij. We strekken de benen nog even in Reichenau, de vroegere grenspost met de DDR. Het authentieke gebouw en de masten met grote schijnwerpers staan er nog.

Grenspost Reichenau © Scriptor
Weer in de bus zien we rechts in de verte de Wartburg, een imposant middeleeuws kasteel waar Maartin Luther onderdook en een nieuwe identiteit aannam toen hij door kerk en staat in de ban was geslagen. Wartburg was ook een automerk in DDR-tijden.
Dan gaat het via Buchenwald - geen barakken meer, enkel een herdenkingstoren - naar Jena waar Goethe verbleef en Schiller doceerde. Langzamerhand wordt de autoweg en het omliggende land stiller en leger. Het zal hier nooit een druk bewoond gebied zijn geweest maar de teloorgang van arbeidsplaatsen sinds de invoering van de markteconomie heeft een leegloop met zich meegebracht. De volgende stad is Gera, de geboorteplaats van Otto Dix. 

Otto Dix (1891-1969)

De schilder en graficus diende tijdens WO I als vrijwilliger in het Duitse leger maar drukte nadien in zijn werk afschuw voor oorlog uit. Omdat de nazi’s zijn kunst als entartet (niet in overeenstemming met de arische idealen) beschouwden, verloor hij zijn baan aan de kunstakademie van Dresden. Hij mocht ook niet meer tentoonstellen. Veel van zijn werken werden in beslag genomen en verbrand. Toch koos hij ervoor om in Duitsland te blijven wonen en schilderde voor en tijdens de oorlog vrijblijvende landschappen.

Als we Dresden in zicht krijgen vertelt Gabriele, onze Nederlandse reisleidster met Duitse roots, dat de inwoners in de DDR-tijd die ahnungslosen - de onwetenden - genoemd werden. Omdat de stad in een dal ligt, konden ze immers de Westerse tv-zenders, die clandestien bekeken werden, niet ontvangen.

Hotel Waldböhla © Scriptor

Hotel Waldböhla is, zoals de naam laat vermoeden, een oord om te herbronnen. In de groene gordel rond de stad liggen slapende volkstuintjes tussen grote stukken bos. Avondstilte en een uitstekend bed… meer verlangt een geradbraakte busreizigster niet.

Dag 2

Het Ampelmänchen



In de DDR-tijd nodigde een dynamisch ogend rood of groen mannetje weggebruikers uit om te stoppen of door te rijden/stoppen. Na de Wende besloot de bondskanselier dat alle mannetjes gelijk moesten ogen en het Oostduitse exemplaar moest verdwijnen. Dit besluit maakte zoveel protest los dat Herr Kohl het speelse Ampelmänchen liet verder leven.

Om 7.00 ‘s ochtends zit ik als eerste aan het ontbijt. Heerlijk rustig wakker worden, daar kan ik van genieten. Net als ik een hap heb genomen van het, wellicht, beste brood ooit - donker en met zuurdesem - struint Kris de zaal binnen. Omdat ik intussen weet dat hij mensen om zich heen nodig heeft, bied ik hem de stoel tegenover mij aan.
Op elke tafel staat een soort kaart die ik nog nooit in een ander hotel gezien heb. Het is een leuk initiatief! Er staan tips op om de dag buiten of in Waldböhla zinvol te besteden, een icoontje geeft de weersvoorspelling aan, de coctail van de dag wordt voorgesteld en er staat een spreuk op. Deze ochtend neemt Napoleon het woord:
Es gibt Diebe die nicht bestraft werden
 und dem Menschen doch das Kostbare stehlen: die Zeit!’
We zijn niet van plan onze tijd vandaag te laten stelen. Om te beginnen staat er een stadsrondrit op het programma. Aan de Elbe wacht ons een panoramisch beeld van de skyline maar voor we die van dichterbij kunnen bekijken, rijden we naar de buitenwijken.

Zicht op de oude stad  © Scriptor

In deze stad is er plaats voor ruimte en een mate van rust. ‘De stad komt op je af’, noemt Gabriele dat. In tegenstelling tot een stad die je buitensluit, zoals veel grote kernen, vermoed ik. De vroegere DDR-flats hebben hun grauwheid verloren: ze kregen onder meer balkonnetjes die voor een kleurige, speelse toets zorgen: neu saniert, heet dat.

 Opgeknapte woonblokken © Scriptor

Enkele straten verder rijden we voorbij Die Gläserne Manufactur, een high tech-fabriek van Volkswagen.

Die Gläserne Manufactur, 
een transparante fabriek

Aan de rand van de stad staat een doorkijkfabriek waar de Volkswagen Phaeton geassembleerd wordt. Geheel in overeenstemming met het strikte en nette Saksen dragen de werknemers witte handschoenen. In de glazen ingangstunnel klinken geluiden van roofvogels die de echte vogels weg moeten houden van de ramen zodat die schoon blijven.


De Volkswagen Phaeton, een luxepaardje

In de wijk Loschwitz komen we terecht in de romantische wereld van de Jugendstil-villa’s die gegeerd zijn door de gefortuneerden van deze tijd – stervoetballers en andere iconen. Ook hier is de Elbe niet ver weg: langs de brede oevers loopt een eindeloos pad waarop je kunt fietsen, wandelen, hardlopen… Tegen de hellingen groeien wijnstokken en wat hoger liggen tot hotels omgebouwde kasteeltjes. In Loschwitz had Schiller een werkhuisje. Ook muziekpedagoog Friedrich Wieck, vader van pianiste Klara en schoonvader van Robert Schumann, woonde in dit stadsdeel.

Tot hotel omgebouwde kasteeltjes © Scriptor

Hier ligt een markante brug over de stroom: das blaue Wunder. Het is een lichtblauw gekleurde constructie die aan Eiffel doet denken. Aan het eind van de 19de eeuw was een brug met die spanwijdte… inderdaad een bouwwonder.


Bij het binnenrijden van het centrum zien we de nieuwe synagoge. De oude, een creatie van Gottfried Semper - zijn zoon Manfred bouwde de opera - werd in ’38 in brand gestoken. Alleen de Davidsster kon gered worden. Het nieuwe, strakke bouwwerk zit vol symboliek: er zijn stenen uit de Klaagmuur in verwerkt en de kleine ramen verwijzen naar de brandbommen die door de oude, grote vensters naar binnen waren gegooid.


De nieuwe synagoge © Scriptor
Even verder staat de Trümmerfrau, een standbeeld met een sloophamer in de hand. Het is een eerbetoon aan de vrouwen - veel mannen waren immers gesneuveld - die het puin (Trümmer) van de stad hebben opgeruimd.
Na een aansterkende koffie doen we een rondje langs de historische gebouwen. Daarna is er vrije tijd. Al lopend maak ik een praatje met Gabriele die vertelt over de Hollandse aanwezigheid in de stad in de 17de eeuw. Haar landgenoten waren gegeerd in Dresden omdat de ‘Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden’ in die tijd een welvarende natie was en dus voor een stuwende kracht kon zorgen. Die periode ging de Nederlandse geschiedenis in als de gouden eeuw. Het café Der fliegende Holländer bij de Kreuzkirche herinnert aan de inwijkelingen.

Bij de Frauenkirche krijg ik bijna een hartstilstand: het fototoestel gaat niet meer aan. Ik haal helpdesk-Kris erbij die wat op het contactplaatje blaast, de reservebatterij erin steekt en… oef, hij doet het weer. Stel je voor, vanaf dag één al geen foto’s meer.

De Frauenkirche
© Scriptor
De Frauenkirche is een Lutheraanse (protestantse) kerk, ofschoon de keurvorst van Saksen, Frederik Augustus I (1670-1733), katholiek was. Zijn steun voor de bouw van de kerk maakte de kerk tot een belangrijk symbool van religieuze verdraagzaamheid.



Het karakteristieke ontwerp van de kerk beantwoordde aan de nieuwe geest van de protestantse liturgie. Omdat het altaar, de apsis en het doopvont in het midden staan en de kerkgangers op cirkelvormige balkons zitten, zijn deze symbolen zichtbaar voor de hele kerkgemeenschap.
Na de inwijding van het kerkorgel gaf Bach er een concert.
De 100m hoge koepel was naar 18de eeuwse normen een architecturaal waagstuk. De zandstenen constructie reikte 100 m hoog… zonder interne ondersteuning.
  
De ruïne vlak voor de restauratie in 1991

Op 13 en 14 februari 1945 bombardeerde de geallieerde luchtmacht Dresden. De temperatuur in en rond de kerk bereikte 1000° C. Het gebouw verdween een halve eeuw uit de skyline van de stad. Na 1982 werd de ruïne een plek voor vreedzame protesten tegen de DDR-regering. Dankzij de ondersteuning van burgers, steden en landen kon de kerk op 30 oktober 2005 haar deuren opnieuw openen. De restauratie heeft naar schatting 130 miljoen euro gekost.

In de oude stad zijn er opvallend veel grote pleinen. Het is die open ruimte die herinnert aan het bombardement en de verdwenen huizen. Enkel de stadspaleizen en de prestigieuze gebouwen werden opnieuw opgebouwd.


Het Taschenbergpaleis, nu luxehotel Kempinski
© Scriptor

Via het Albertinum - museum voor schone kunsten - en de kunstakademie waar Oskar Kokoschka in 1919 als eerste moderne schilder kwam lesgeven, komen we uit in de stadstuin. Daar zie ik rijke en wat meer sjofele Russische toeristen op bankjes zitten. Sommige hebben de schuine ogen en hoge jukbeenderen van Siberische volkeren. Achteraf heb ik spijt dat ik niet gevraagd heb om een foto van hen te mogen nemen. Net als in Vilnius heb ik hier een oost-ontmoet-west-gevoel. En net als in Wenen, ook zo’n menselijke draaischijf, hoor je in deze stad talen die je niet kunt thuisbrengen. Niet alleen gebouwen en landschappen geven je een reisgevoel, stemmen doen dat ook.
Panorama Dresden
Oskar Kokoschka
Als je het park uitloopt kom je op de Brülsche terrasse, een promenade langs en boven de Elbe waar je vroeger en nu kon ‘zien en gezien worden’. Goethe noemde het Der Balkon Europas omdat de Europese beau monde elkaar hier ontmoette. En bij dat flaneren hoort natuurlijk een grand café.

Het Vis-à-vis-café op de Brülsche terrasse
© Scriptor
Hoewel de beurs wat tegensputtert, is het hier genieten van exquise desserts
of een topijsje van Mövenpick!
  
Als we de trappen aflopen komen we uit bij het paleis (niet te verwarren met de Zwinger) van de Saksische vorsten waar ook het Grünes Gewölbe in ondergebracht is. Pas in 2006 was deze residentie, die uit verschillende vleugels bestaat, helemaal opgeknapt.

Friedrich August I, keurvorst van Saxen (1670-1733)
Deze vorst kreeg de bijnaam der Starke, kon - naar verluid - hoefijzers met zijn handen buigen en was ook koning van Polen. Vanuit zijn ambitie om Dresden meer uitstraling te geven dan Berlijn of Versailles, ontstonden prestigieuze projecten, niet enkel in het centrum maar ook daarbuiten: de kastelen Pilnitz en Moritzburg 
(zie verder).
Zijvleugel van het residentieslot © Scriptor 
Zijn zoon, Friedrich August II (1696-1763), was, naast fervente bergbeklimmer, ook kunstminnaar. Hij zette het beleid van zijn vader verder. Maar aan het eind van de Zevenjarige oorlog - onder meer tegen Pruisen - was het vorstendom geruïneerd. 

Aan de achterkant van het slot wijst Gabriele ons de beste boekhandel van de stad aan… wat Kris aan een wijze uitspraak van Schopenhauer doet denken:Als je een boek koopt, denk dan niet dat je ook de tijd koopt om het te lezen!’

Elbflorenz

De barokke Zwinger, het feestpaleis van de Saksische vorsten
© Scriptor 
Dresden werd in de 18e eeuw Elbflorenz - het Florence aan de Elbe - genoemd. Permoser ontwierp de Zwinger, Pöppelmann de Augustusbrug. In 1726 werd een begin gemaakt met de bouw van de Frauenkirche. De stad was een mekka voor schilders, een centrum voor Italiaanse, Franse en Duitse muziek. Vivaldi probeerde er een betrekking te krijgen en Händel reisde in 1719 naar Dresden om zangers te contracteren.

 © Scriptor
We beëindigen onze gezamenlijke wandeling bij de Zwinger en de opera. Tijd dan voor een rustmoment dat mij - hoe kan het ook anders☺- tot bij het Vis-à-vis-café brengt. Terwijl ik geniet van warm gebak met hemels ijs en een riesencapuccino, vang ik flarden op van een intellectueel gesprek achter mijn rug. Als ik opsta zie ik tot mijn verbazing een man zitten die je op een andere plaats bijna als een clochard zou bestempelen. De scene doet me denken aan wat Gabriele vertelde over de levensstandaard hier. Hoewel je veel nieuwe middenklasauto’s ziet, mag je niet constateren dat iedereen het goed heeft. Er is véél werkloosheid en véél leegstand van degelijke woningen/flats omdat de mensen ze niet kunnen betalen. Misschien is de riesenkaffee wel een prioriteit in zijn budget…

Wist je dat dit in Dresden werd uitgevonden…?
Het/de eerste … melkchocolade, mineraalwater, theebuiltje, Melita-koffiefilter, stoomboot, locomotief, geluidsband, reflexcamera…

Braderie met Kreuzkirche op de achtergrond
© Scriptor 
Mijn vrije tijd gaat verder op aan fotograferen en langzaam terugwandelen naar het verzamelpunt bij de Neumarkt. Daar heeft een kleurrijke braderie plaats met druk bevolkte drankstandjes want dit is een 29°-dag. Luisterend naar de muziek heb ik hier, zoals vaak elders in Oost-Europa, het gevoel dat de tijd, ondanks vernieuwingen, toch een beetje is blijven stilstaan: Sultans of swing, iets van Chris Rea, een muzak-versie van CCR’s Have you ever seen the rain?…

Vlakbij ligt de Kreuzkirche, wereldbekend voor zijn gelijknamige koor en in Duitsland geassocieerd met Die Wende. Het burgerprotest tegen de DDR-leiding is gegroeid vanuit kerkbijeenkomsten. In Dresden nam de Kreuzkirche het voortouw. Binnen zijn er nog steeds foto’s te zien van de massa manifestanten die voor de kerk verzamelde.

Terug bij de groep hoor ik van enkele mannen dat ze al een Trabant gespot hebben. Een mannenoog ziet soms meer. Trabant betekent zoveel als ‘maatje’. Het aaibare autootje werd tot ’91 in Saksen gemaakt. Morgen zal ik beter opletten want ik wil niet naar huis zonder deze nostalgische ontmoeting.


Dag drie

Kris en ik zijn weer de eersten aan het ontbijtbuffet. Ik buig me over de tafelkaart en lees Goethe:
‘Wer die Menschen so behandelt wie sie sind, der macht sie damit schlechter.
Wer aber die Menschen so behandelt wie sie sein könnten, der macht sie damit besser.’
Als we even later in de bus stappen draait Kris zich om naar de rest van de reizigers en grapt: ‘Hoe is het op de goedkopere plaatsen?’ Wij zitten immers vlak voor het panoramavenster op de eerste verdieping.
Vandaag is het kasteeldag, een uurtje rijden tot Pilnitz. Het Badewetter van gisteren heeft plaats gemaakt voor grijze wolkensluiers die langzaam overgaan in miezerregen. Af en toe doorkruisen ruitenwissers onze panoramablik. Mijn metgezel heeft blijkbaar een goeie nacht achter de rug want de volzinnen rollen weer makkelijk over zijn lippen. De metal-wereld als ochtenddialoog… voor Kris een kleine klik en mijn geest wordt meteen op scherp gezet. Hij vertelt over Rammstein, een van oorsprong DDR-band die definitief doorbrak toen regisseur David Lynch hun muziek gebruikte voor zijn film Lost Highway. Vreemd genoeg spreekt de harde metal sound de softe kant van Kris aan. Hij noemt het opslorpen van klanken en het samenhorigheidsgevoel van de metal-liefhebbers een bijna religieuze ervaring. Ik moet maar eens kijken naar de sociale documentaire A headbangers journey van de Canadese antropoloog Sam Dunn, (die in juli door Canvas werd uitgezonden), zo vindt hij, dan zou ik meer van begrijpen van deze bijzondere muziekcultuur.

Slot Pilnitz en de onfortuinlijke gravin Cosel
 
Slot Pilnitz © Scriptor 
Dit zomerpaleis aan de boorden van de Elbe was ‘een cadeautje’ van August II aan zijn minnares Cosel. In het centrum van de stad stond het Taschenbergpaleis (zie hoger) tot haar beschikking. Maar ook in hoge kringen duren mooie liedjes niet lang. Na negen jaar en drie kinderen moest ze plaatsruimen voor een andere dame en ging Cosel haar zaak bepleiten bij de Pruisische vorst. In Berlijn primeerden echter de politieke belangen op de persoonlijke: Cosel werd ingeruild tegen Pruisische gevangenen. Terug in de stad verdween ze achter de muren van slot Stolpen… waar ze een halve eeuw later stierf.


Vorstelijke gondel © Scriptor 


Het hele Pilnitz-complex ademt de sfeer van het Verre Oosten. Toch waren noch de bouwheren, noch de bewoners ooit in China geweest. Met dit soort exotisme onderscheidde de hogere klasse zich van de rest. Bij mooi weer zou het aangenaam toeven zijn geweest in de immense tuinen die in tuinkamers ingedeeld zijn. In één van die kamers staat de adellijke gondel. Op een andere dag zou de weg naar het Chinese theehuis een wandeling van twee keer niks zijn geweest. Omdat ik niet meteen het juiste pad vind, laat ik het links liggen. Terwijl het harder begint te regenen zet ik er flink de pas in en duik onder in het koffiehuis bij de uitgang. Als de eigenaar met aandrang vraagt of ik geen kersentaartje bij de koffie neem, zeg ik - de uitleg van Gabriele over de lage levenstandaard indachtig - ja, gerne. Dat de zaken niet echt floreren blijkt uit de taaiheid van het gebak.


 Slot Pilnitz © Scriptor 
Achter het paleis aan de Elbe wacht een tot toeristenboot omgebouwd stoomschip dat ons terug naar Dresden zal brengen. Net zoals de tocht over de Donau op de Wenenreis gaat ook deze pleziervaart kopje onder. De oevers met de anders zo sappige weiden en uitnodigende wijnranken en jaagpad verdwijnen achter een grauwe mist. Vanop het verregende dek zien de Jugendstil-huizen er verlept uit. Toch herinneren ze ons aan de rijkdom van Duitsland voor WO I. In tegenstelling tot Frankrijk was dit land materieel klaar om een oorlog te voeren. Ergens op deze oevers had Carl Maria van Weber een huisje. De idyllische rust trok kunstenaars aan.
Van hier tot Hamburg zou de Elbe vrij zuiver zijn. De 70 vissoorten zouden daarvan getuigen.

Pleziervaart aan de oever van de Elbe © Scriptor 

Tijdens de vrije middag ga ik op Stadtbummel, niet naar de historische wijk maar naar de overkant van de stroom waar de Neustadt ligt. Het benieuwt me altijd hoe de doorsnee stadsbewoner in zijn alledaagse huis zijn doordeweekse leven leeft. Voor zover een kort verblijf het toelaat, ga ik graag op in het ritme en de identiteit van gewone mensen. Een prettige bijkomstigheid hier is de taal. Hoewel ik het niet meer goed praat, ervaar ik het Duits niet als een vreemde taal, eerder als een soort verlengstuk van het Nederlands. Zoals bij heel wat Limburgers zit Duits een beetje in mijn genen, zo lijkt het…

Helmut Schön,
de trainer met de Schiebermütze  (1915-1996)

Speelde voor de oorlog bij SC Dresden en later bij Hertha Berlin. Als bondscoach leidde hij de Mannschaft naar een wereldtitel (1974) en een Europese titel (1972).
Na een fiasco op het WK van 1978 hing hij zijn onafscheidelijke Schiebermütze, een 30-er jarenpet, aan de haak.  

Wellicht een jongerenkroegje... © Scriptor 
In de Neustadt valt me meteen het speelse element op. Er hangt een sfeer van ‘we nemen onszelf niet zo au sérieux’. Veel gevels vertonen knipogen in de vorm van grafitti - véél grafitti - kleurrijke accenten, bloemige balkons… In dit doe-maar-gewoon-sfeertje voel ik me prettig. Het moet ergens in de DDR-mentaliteit een oorsprong vinden: iedereen gelijk, niemand steekt zijn kop boven het maaiveld uit. Of zoals Gabriele het zegt: ‘Hier woont de advocaat naast de loodgieter, de arts naast arbeider.’

Een reisboekhandel in de Neustadt  © Scriptor 

Ook opvallend zijn de gezonde eetgelegenheden. Bio-tentjes, müesli- en sapjesbars, een pastamanufaktur (waar handgemaakte deegwaren geserveerd worden), een Fair Trade-restaurantje… en een kerk met een sereen cafeetje onder hetzelfde dak. In dit laatste steek ik de vermoeide benen even onder tafel en geniet van zelfgebakken taart.
Aan de Albertplatz ga ik op zoek naar Am Thor, de stamkroeg van Vladimir Poetin. Rusland’s sterke man werkte een tijdje in Dresden. Het duurt wel twintig minuten vooraleer ik rond het verkeersknooppunt ben gelopen. Er komen tal van drukke straten met stoplichten op uit… en nergens is Am Thor te zien. Dit soort kleine afspraken met de geschiedenis mis ik niet graag. Een beetje teleurgesteld besluit ik de met bomen omzoomde laan te nemen die het stadsdeel met de Elbe verbindt. Net aan het begin van de bomenrij bots ik alsnog op de kroeg. De Albertplaz dijt aardig uit.
‘Zou Thor een oude schrijfwijze zijn voor Tor (stadspoort)?’ vraag ik me nog af.

Bierbar Am Thor:
hier dronk Poetin zijn Radeberger… of enkele, natuurlijk.
© Scriptor 

De verzuipende middag zou zich uitstekend lenen voor een bezoek aan de opera maar de eindeloze rij wachtenden ontneemt me elke illusie. Ik maak de tijd rond met het luisteren naar klassiek geschoolde muzikanten die een droog maar somber plekje gevonden hebben onder de arcaden van het paleis. Grüssen aus St Petersburg staat op een bordje. Zo gaat Rusland met zijn beste musici om. De Abramovitsjen van deze wereld zouden beter een orkest opkopen dan een voetbalclub. Het trio speelt barokmuziek die ik herken maar niet helemaal kan thuisbrengen.

De Semperoper © Scriptor 
Dag 4

Het citaat van de ochtend:
‘Wer sich nicht selbst imponiert, kann niemand imponieren!’
Helmut Kohl
‘Hij heeft er ook het postuur voor’, mompelt Kris met een halve mond vol.
Het ontbijtbuffet ziet er zoals altijd even rijkelijk uit: veel producten van het huis, zoals vanilleyoghurt en kaastaart. En voor de snelle wakkerworder zijn er diverse kranten.
Ik zou hier liefst van al een hele tijd willen zitten, langzaam proevend van het voedsel voor lichaam en geest… maar dan zonder de andere gasten die nu al veel teveel praatjes hebben.

Moritzburg © Scriptor 
Het weericoontje op de tafelkaart toont opnieuw een zonnetje. En dat komt goed uit want vandaag doen we weer een kasteel aan: het waterslot van Moritzburg, een kwartiertje rijden van het hotel. Als ik de weerspiegeling van de contouren in de brede slotgracht zie en de schaduwen die decoratieve figuren in het gras werpen, besef ik dat deze blauwgeschilderde dag een geschenk is voor mens en fototoestel.
Het kitcherige interieur waarin hertengeweiën overdadig aanwezig zijn, kan me niet boeien. Bijna alle vrije tijd breng ik door in de eindeloze tuinen en bij de waterpartijen.

Moritzburg © Scriptor
Moritzburg steelt mijn hart en niet alleen vanwege het uiterlijke plaatje. Tijdens WO II bood de inwonende vorst bescherming en onderdak aan de Duitse kunstenares Käthe Kollwitz. In 1933 was haar werk entartet verklaard, wat later kreeg zij een expositieverbod (cf. Otto Dix) en verloor ze haar baan aan de Berlijnse academie.

Er is trouwens een band tussen haar en België. Omdat haar zoon Peter in oktober 1914 vlakbij Diksmuide gesneuveld was, heeft ze een monument voor hem gemaakt dat op het soldatenkerkhof van Vladslo te zien is.

Die Eltern – Käthe Kollwitz (Vladslo)

Gezien Moritzburg maar enkele kilometers buiten Dresden ligt, zag de adellijke bewoner, prins Ernst Heinrich, de jongste zoon van de laatste koning, het Elbflorenz van zijn voorvaders in de vlammen ten onder gaan.

Over de nacht van de Feuersturm schreef de prins later in zijn memoires:
‘Die ganze Stadt war ein einziges Feuermeer. Das war das Ende! Da brannte das herrliche Dresden, unser Elbflorenz, in dem meine Familie fast 400 Jahre residiert hatte. Kunst und Tradition und Schönheit von Jahrhunderten waren in einer einzigen Nacht zerschlagen worden.’

 

Bron: Dresden, Frederick Taylor, Pantheon 2008 
(vertaling uit het Engels)

‘Niet slecht voor een dinsdag, hé’?! stelt Kris vast als we alweer rijden.
‘Voor een dinsdag??’
‘De slechtste dag van de week. Op maandag geniet je nog na van het weekend en vertel je erover aan je collega’s, woensdag geeft hoop want breekt de week in twee, op donderdag kun je al eens een stapje in de wereld zetten, vrijdag, zaterdag, zondag spreken voor zich… maar wat stelt dinsdag voor??’
Tot zover de logica van de man van t‘stad.

De Moritzburg-eendjes © Scriptor
Omdat Gabriele ons een stukje joodse geschiedenis wil tonen, zet de chauffeur ons diep in de Neustadt af. Door de tralies van een gesloten poort zien we een kerkhof dat er, zoals zoveel andere joodse begraafplaatsen, volkomen onderkomen uitziet. Zelfs in een toeristische trekpleister als Praag wandel je langs weggezakte, vermolmde graven alsof die uitgestoten gemeenschap niet beter verdient.
De rest van de dag hebben we vrij. Ik nestel me op een terrasje van een sympathiek eethuisje en laat me een sandwich – weer dat zeer lekkere, ambachtelijke brood – met een hartig stuk kaas smaken.

Met uitgeruste voeten wandel ik het hele eind langs de Elbe in de richting van het centrum. Op het operaplein moet ik weer constateren dat teveel mensen willen wat ik wil: 
een rondleiding in de muziektempel. Maar er is een alternatief…

Het panorama van Dresden is meer dan de kerken en de torens. Aan de andere kant van de stad trekt een vreemd bouwwerk de aandacht. De Yenidze zou niet misstaan aan de Bosporus. In deze voormalige sigarettenfabriek lopen nu andere zakenlui rond. Ik laat me vertellen dat de sigaret oorspronkelijk uit Turkije komt en zou ontstaan zijn uit restjes sigaar.

Uit: Slachthuis vijf – Kurt Vonnegut
(Vonnegut was krijgsgevangene ten tijde van het bombardement)
‘De stad bevat geen verdedigingswerken, geen oorlogsindustrieën of troepenconcentraties van enig belang.
Er worden voornamelijk medicijnen, conserven en sigaretten gefabriceerd.’

 De Yenidze, een voormalige sigarettenfabriek
© Scriptor

Aan de overkant ligt een vervallen atletiekstadion: een gedenkplaat refereert aan grote successen en wereldrecords, het laatste van Heike Drechsler.

Op de weg terug naar het centrum zie ik het panorama dat in Dresden Der Canaletto Blick genoemd wordt. Na een halve eeuw is die weer compleet.
Nooit meer oorlog! Nooit meer oorlog?


Canaletto, de schilderende ‘topograaf’
Friedrich August II haalde de Venitiaanse schilder Bernardo Bellotto in 1747 naar Dresden. Canaletto, zoals zijn roepnaam luidde, was vermaard om zijn vendute, stadsgezichten. Die schilderde hij met topografische precisie.
Canaletto’s ruïne van de Kreuzkirche...
tijdens de Zevenjarige oorlog met Pruisen in 1760 een eerste keer in de as gelegd.

Der Canaletto Blick’ anno 1748
Echt beroemd wordt zijn stadspanorama, een zicht vanop de rechter Elbe-oever, onder de Augustusbrug. Pas met de restauratie van de Frauenkirche werd de Canaletto Blick opnieuw in ere hersteld.
De skyline anno 2012

Dag 5

Als we een laatste keer door de groene gordel rond Dresden rijden – dit keer met de koffers onder de buik van de bus – slaak ik een gilletje:
‘Kris, een Trabantje!! Nu kan ik echt naar huis!’

Bach in Dresden

In 1733 werkt Bach aan delen van de Hohe Messe. Hij maakt reizen naar Dresden voor uitvoering van zijn wereldlijke cantaten. Hiermee hoopt hij het Sachsische hof gunstig te stemmen en zo een vorstelijke eretitel te ontvangen.
In 1736 wordt de componist benoemd tot Hofcompositeur van de Sachsische keurvorst August II.

Op zo’n laatste busdag kruipt de tijd voorbij en voelen veelslapers zoals ik een moeheid die zich op het pijnlijke af in elke vezel nestelt. Zelfs Kris, die een pak jonger is, wordt steeds zwijgzamer en wat norser. Gelukkig heeft Gabriele nog een verrassing in petto die ons afleidt en wakker houdt: een dvd over de wederopbouw van de Frauenkirche.
Het is een aangrijpende documentaire over de kracht en veerkracht van mensen. Ze begint bij ground zero, bij de onoverzichtelijke brokstukken die met engelengeduld één voor één gecatalogiseerd en gefotografeerd worden. Uit die puinhoop komt het zwartgeblakerde kruis te voorschijn. Het vertrekt naar Groot-Brittanië waar het hersteld wordt door de zoon van een bommenwerper. Voor de eerste steenlegging loopt heel Dresden uit. De emoties druipen van de gezichten. Sympathisanten uit de hele wereld doneren geld. Voor de Frauenkirche in München staat winter en zomer dezelfde man met een collectebus. Langzamerhand groeit het godshuis, de fresco’s komen opnieuw tot leven en de zware koepel reikt weer naar de hemel. Als de klok in de toren wordt gehesen en als vanouds gaat luiden zijn personaliteiten uit binnen- en buitenland present. Het Kreuzchor zingt de meest jubelende passage uit de barokmuziek: het slot van het Weinachtsoratorium van Bach… ♫Jauchzet, frohlocket, auf preiset die Tage…♫ !

Standbeeld Kreuzchor naast Kreuzkirche
Het zijn dit soort beelden die nog aan onze reis ontbraken, bewegende beelden met echte emoties, het verhaal achter de skyline. Vanaf nu is Dresden, naast een zaak van de geest, ook een zaak van het hart geworden. En het hart herinnert zich alles, een heel leven lang!


(september 2011)














Geen opmerkingen:

Een reactie posten